Met de CRISPR/Cas9-editingtechniek kun je ook ná de geboorte de progressie van de ziekte van Duchenne stoppen. In elk geval bij muizen, claimen Amerikaanse onderzoekers in Science, dat deze editingtechniek eerder al uitriep tot wetenschappelijke doorbraak van het jaar 2015.

Het zou een ethisch verdedigbaar alternatief kunnen zijn voor het repareren van het DNA van ei- of zaadcellen rond de conceptie. Dat laatste is technisch een stuk minder lastig maar het valt onder genetische modificatie. Ná de conceptie heet het gentherapie en dat is een stuk beter bespreekbaar.

Onderzoekers van het UT Southwestern Medical Center in Dallas wisten dat laatste voor elkaar te krijgen door jonge duchenne-muizen een adeno-achtig virus toe te dienen waarin een CRISPR/Cas9-knipsetje zat verstopt.

Zoals bekend wordt duchenne veroorzaakt door een gemuteerd exon in het gen dat codeert voor het eiwit dystrofine. De mutatie onderbreekt de productie van het eiwit halverwege. Het CRISPR/Cas9 moest het gemuteerde exon (in dit geval nummer 23) in zijn geheel uit het DNA verwijderen. Dat levert dystrofine op waar een aantal aminozuren tussenuit zijn, maar dat in elk geval gedeeltelijk functioneel is.

Ongeveer hetzelfde dus als de ‘exon skipping’-techniek van het Leidse biotechbedrijf Prosensa, alleen wordt daarbij het exon overgeslagen zonder dat het fysiek wordt verwijderd.

De CRISPR-variant lijkt bij die muizen beter aan te slaan dan de pogingen van Prosensa bij mensen. De aanmaak van dystrofine in diverse soorten spierweefsel wordt in elk geval ‘significant’ verbeterd, al haalt hij nooit het niveau van gezonde muizen.

Nadeel is wel dat je het adenovirus kennelijk in elke muizenspier afzonderlijk moet inspuiten, maar dat is een technische beperking waar volgens de auteurs wel iets op moet zijn te vinden.

bron: Science, UT Southwestern Medical Center