Ooit wilde Moniek Tromp dokter worden. Nu is ze doctor in de chemie en leidt ze een eigen onderzoeksgroep aan de Universiteit van Southampton.

Onderzoek doen is saai, dacht Moniek Tromp (31) heel lang. Tijdens haar studie scheikunde deed ze allerlei bestuurswerk. “Dat vond ik leuk om te doen en daarom dacht ik dat een baan in het bedrijfsleven wel iets voor me zou zijn.” Maar het liep anders. Want toen ze in het laatste studiejaar een eigen onderzoek moest doen, werd ze ‘gegrepen’ door de wetenschap. “Ik genoot ervan om experimenten te bedenken en uit te voeren, net zo lang tot ik antwoord op mijn vraag had.”

Na haar promotieonderzoek kwam Tromp opnieuw voor de vraag te staan: wetenschap of bedrijfsleven? Ze keek naar banen in beide richtingen, met slechts één harde eis: het moest in het buitenland zijn. Even leek het erop dat ze een onderzoeksbaan in Cambridge kon krijgen. “Dat ging op het laatste moment niet door. Gelukkig kreeg ik de dag na mijn promotie een baan aangeboden op de universiteit in Southampton, nota bene door de man die altijd mijn concurrent was geweest. Tijdens mijn promotieonderzoek was ik altijd bang dat hij eerder dan ik met resultaten naar buiten zou komen. Nu zijn we collega’s.”

NET MOEDER

Inmiddels voelt Tromp zich op de universiteit als een vis in het water. “Ik zou niet ongelukkig zijn geweest in een bedrijf, maar op een universiteit ben je toch vrijer in je onderzoek.” Najaar 2007 won ze bovendien een belangrijke beurs, waarmee ze geld kreeg om een eigen onderzoeksgroep op te zetten. Die groep ontwikkelt spectroscopische technieken om stoffen op atomair niveau te onderzoeken. Uiteindelijk doel is om katalytische systemen beter te begrijpen en te verbeteren.

“De volgende stap is hoogleraar worden”, lacht Tromp. Dat ze net moeder is geworden, ziet ze allerminst als beletsel voor een wetenschappelijke carrière. “In principe blijf ik fulltime werken. Natuurlijk zal er wel iets veranderen. Vroeger werkte ik dag en nacht en de weekenden, dat doe ik nu echt niet meer. Ook het reizen zal minder worden, eerst was ik elke maand wel een week op pad.” Ze merkt bovendien dat de voorzieningen steeds beter worden: “Deze zomer ben ik bijvoorbeeld uitgenodigd voor een congres. Ik heb gezegd: ik kom, maar alleen als ik mijn dochter kan meenemen. Dat was geen probleem, er wordt gezorgd voor accommodatie en opvang. Men begint eraan te wennen dat wetenschappers ook kinderen hebben.”

KADERTEKST

Wat is je grootste blunder tot nu toe?

“Tijdens mijn promotie moest ik reacties doen in een geïsoleerde ruimte. Van buiten kon je alles besturen. Eén keer had ik alles klaargezet, maar niet goed aangesloten. Dat was niet zo handig. We zijn 2 uur bezig geweest om alles schoon te maken.”

Naast wie zou je in het vliegtuig willen zitten?

“Barack Obama natuurlijk. Maar nee, die moet zich eerst nog bewijzen. Ik kies Nelson Mandela. Hij heeft zo’n indrukwekkend leven gehad en zoveel invloed op veel mensen. Ik zou graag zijn persoonlijke gevoelens daarover willen horen.”

Met welk molecuul zou je jezelf willen vergelijken?

“Mag ik ook een groep moleculen kiezen? Dan wordt het een enzym, want dat is de meest efficiënte katalysator ter wereld. Schoon, actief en selectief, nog altijd slimmer dan wij kunnen maken. Daar kunnen we dus veel van leren.”

Bron: C2W5, Carrière Magazine, 14 maart 2009

Onderwerpen