De Neanderthalers waren in West-Europa al bijna uitgestorven vóórdat ze de moderne mens tegenkwamen. Hun mitochondriale DNA bewijst het, zo valt te lezen in het tijdschrift Molecular Biology and Evolution.

De auteurs baseren hun conclusie op mitochondriaal DNA uit de fossiele botten van 13 verschillende Neanderthalers uit West-Europa en Azië. Voor zover die botten meer dan 48.000 jaar oud zijn, zitten er grote verschillen tussen dat DNA.

Maar in de jongere Europese botten zijn die verschillen ineens een factor 6 kleiner. Dat suggereert dat de desbetreffende Neanderthalers een beperkt aantal voorouders hebben gehad.

Bekend was al dat rond 50.000 jaar geleden (in het zogeheten Marine Isotope Stage 3) het klimaat in West-Europa een paar felle koudeperioden heeft doorgemaakt. De onderzoekers vermoeden dat de Neanderthalers daar slecht tegen konden en dat maar een klein aantal het heeft overleefd, mogelijk omdat ze net iets zuidelijker zaten dan de rest.

De moderne mens kan daar niets mee te maken gehad omdat hij voor zover bekend toen nog niet in West-Europa was gesignaleerd.

Toen het klimaat weer wat warmer werd hebben de overlevenden opnieuw een deel van Europa veroverd, tot ze zo’n 10.000 jaar later opnieuw in de problemen kwamen en dit keer voorgoed uitstierven. Wat daar precies de reden van was, blijft een raadsel.

bron: BBC News

Onderwerpen