Voor het eerst lijkt de productie van het malariamedicijn artemisinine door gistcellen economisch aantrekkelijk te worden. Het Californische biotechbedrijf Amyris heeft het voor elkaar, zo meldt het in Nature. Partner Sanofi zou al ver gevorderd zijn met de productie op commerciële schaal.

Bij eerdere pogingen waren de opbrengsten zo mager en viel de prijs zo hoog uit, dat het aantrekkelijker bleef om natuurlijk artemisinine te winnen uit alsem (Artemisia annua). Dat natuurproduct is echter ook onaangenaam duur, en als de oogst tegenzit valt meteen je lopende malariabestrijdingsprogramma in duigen.

Amyris borduurt nu voort op het eerdere idee van prof. Jay Keasling om de gistcellen artemisinezuur te laten maken, dat je vervolgens in een chemische reactor omzet in arrtemisinine.

Het bedrijf heeft dat proces op twee punten verbeterd. Ten eerste is een iets andere combinatie van alsemgenen tot expressie gebracht in de gist, waardoor de gistcellen er minder last van hebben en de artemisinezuurproductie stijgt van 1,6 naar 25 gram per liter reactorvolume.

Ten tweede is een betere manier bedacht om er artemisinine van te maken. Overigens schijnt Sanofi daar een nóg betere oplossing voor te hebben, maar die is nog niet gepubliceerd.

In een fabriek in Italië is Sanofi bezig om 35 ton artemisinine aan te maken, voldoende voor de behandeling van 70 miljoen malariapatiënten. De fermentatieve productie van het artemisinezuur is daarbij uitbesteed aan het Bulgaarse Huvepharma.

De prijs van het eindproduct is nog niet bekend maar zou in elk geval een stuk beneden die van natuurlijk artemisinine moeten liggen, al was het alleen maar omdat er anders geen 70 miljoen patiënten zijn te vinden die het kunnen betalen. Om de pijn te verzachten heeft Sanofi beloofd om aan derdewereldlanden te leveren tegen kostprijs.

bron: Nature, Royal Society of Chemistry

Onderwerpen