Amerikanen investeren in tweede generatie bio-ethanol

Bij Soperton, Georgia, is de eerste steen gelegd voor wat de eerste commerciële tweede-generatiebiobrandstoffenfabriek van de VS moet worden. Hij moet bio-ethanol gaan maken uit houtcellulose, via een chemisch (dus niet biologisch) conversieproces.

Initiatiefnemer Range Fuels uit Broomfield, Colorado, maakte tegelijk bekend dat het ministerie van energie (DoE) 76 miljoen dollar in het project steekt.

Het proces van Range Fuels kent twee stappen. Eerst wordt de biomassa in een vergasser omgezet in synthesegas, een mengsel van koolstofmonoxide en waterstof. In een tweede reactor stroomt dat gas over een katalysator, en wordt daarbij omgezet in een mengsel van methanol, ethanol, propanol en butanol. De ethanolfractie wordt afgescheiden. Wat er met de rest gebeurt wordt uit het verhaal niet duidelijk, maar mogelijk wordt het opnieuw vergast om de ethanolopbrengst te maximaliseren.

Het heeft veel weg van het Fischer-Tropschproces dat onder meer door Shell wordt gebruikt om GTL-diesel te maken uit aardgas. Alleen de katalysator is ongetwijfeld anders, en tevens het belangrijkste bedrijfsgeheim van Range Fuels. Ten opzichte van biologische omzettingsprocessen heft het het grote voordeel dat een vergasser minder kieskeurig is dan een enzym: in principe kun je er elke koolwaterstof in mikken.

Volgend jaar moet de eerste fase van de fabriek klaar zijn, met een capaciteit van 80 miljoen liter ethanol per jaar. In 2011 zou dat moeten zijn vervijfvoudigd. Voor de staat Georgia is gekozen vanwege de aanwezigheid van voldoende bossen om de fabriek duurzaam te kunnen laten draaien.

bron: Range Fuels

Onderwerpen