In de VS zijn voor het eerst drie chimere rhesusaapjes geboren, opgebouwd uit cellen met verschillende genetische codes. Maar het kostte wel veel meer moeite dan het kweken van chimere muizen, melden Masahito Tachibana en Shoukhrat Mitalipov (Oregon National Primate Research Center) in het tijdschrift Cell.

Hun belangrijkste boodschap is dan ook dat je heel erg moet uitkijken met het extrapoleren van muizen-stamcelonderzoek. Grote kans dat de daar geleerde trucjes niet opgaan bij primaten en dus ook niet bij mensen.

Zulke chimere muizen worden gemaakt door een (al dan niet vooraf genetisch gemodificeerde) embryonale stamcel van de ene muis te injecteren in een pril embryo (blastocyst) van een andere muis. De cellen in die blastocyst zijn nog volkomen ongespecialiseerd en kunnen uitgroeien tot elk willekeurig type weefsel. De ‘vreemde’ stamcel blijkt dat spelletje perfect mee te spelen, met als resultaat een muis die hier en daar in zijn lijf cellen heeft zitten met het DNA dat gekopieerd is van die stamcel. Deze ingreep is al jaren routine.

Bij apen blijkt dit echter niet te werken. De onderzoekers vermoeden dat dit komt doordat hun embryonale cellen zich net iets eerder specialiseren. Een laboratoriumkweekje van embryonale apenstamcellen is dus iets minder pluripotent dan een kweekje van muizenstamcellen, en niet meer in staat om naadloos in een blastocyst te integreren.

Dat heeft dus ook implicaties voor alle andere dingen die je met die stamcellen wenst uit te halen. Bijvoorbeeld gentherapie. Bij muizen mag dat soms aardig lukken. Maar wie er op rekent dat het dan ook bij mensen werkt, houdt zichzelf voor de gek.

Om chimere primaten te maken, blijk je te moeten werken met nog prillere embryo’s die uit slechts 4 cellen bestaan. Als je er daar een paar van tegen elkaar schuift, blijken ze zich nog wel te vermengen. In Oregon hebben ze het 29 keer geprobeerd, met 3 tot 6 setjes van 4 cellen, en in alle gevallen kwam er een levensvatbare blastocyst uit.

Uiteindelijk mochten 3 chimere embryo’s uitgroeien tot complete apen. Ze heten Roku, Hex en Chimero, en onderzoek heeft aangetoond dat ze inderdaad chimera’s zijn tot in het diepst van hun weefsels. Van Roku is zelfs niet keihard te zeggen of het een mannetje of een vrouwtje is, al ziet hij er van buiten als een mannetje uit. Voor de rest mankeren de aapjes overigens niets, athans voor zover de onderzoekers kunnen zien.

Voor de zekerheid wordt er bij aangetekend dat het verwekken van menselijke chimera’s out of the question blijft, al was het alleen maar omdat er geen enkele reden is om zoiets te willen.

bron: BBC News, Cell

Onderwerpen