Met nieuw ontwikkelde lipide-nanodeeltjes kun je het CRISPR/Cas9-complex vele malen sneller en efficiënter de cel inbrengen, meldt Amerikaans-Chinees onderzoek in Advanced Materials.

Onderzoekers van Tufts University en de Chinese Acadamy of Sciences werkten samen aan een sterk verbeterd bezorgsysteem voor de genbewerkingstechniek. Doordat de CRISPR/Cas9-combinatie redelijk groot is, is het normaal lastig om het in de cel te krijgen, vooral in de kern. Er zijn al wel technieken uitgeprobeerd, zoals virus- en polymeerverpakkingen, maar daarmee werd slechts een lage efficiëntie behaald, wat praktische toepassingen heeft uitgesteld.

De auteurs van dit artikel hebben er wat op bedacht: een micelachtige constructie, maar niet met conventionele vetstaarten. BAMEA-O16B, zoals het vetmolecuul is gedoopt, heeft een ioniseerbare kop van stikstofatomen, vervolgens drie reguliere esterverbindingen (zoals in glycerol), maar in plaats van alleen maar koolstofatomen als staart, zit er twee C-atomen na de esterbinding een disulfidebinding met daaraan een lange vetstaart. Het disulfide maakt dat de staart biologisch afbreekbaar is met behulp van het tripeptide glutathion, dat specifiek op de zwavelbindingen aanvalt en zo de ‘micel’ uit elkaar trekt.

Als het pakketje in de cel is geopend, kan de inhoud — mRNA dat voor Cas9 codeert en een single-guide (sg)-RNA — zijn werk doen. De cel zet het stuk mRNA om tot de volwaardige nuclease Cas9, wat het sgRNA vervolgens leidt naar het specifieke deel op het gen dat Cas9 uiteindelijk moet knippen. In deze studie onderzochten ze de knock-out van green fluorescent protein-expressie in levercellen met het CRISPR-pakket, waarbij ze een efficiëntie van 90 % haalden.

Al met al bieden deze resultaten hoop voor klinisch bruikbare toepassingen in de toekomst.