Verrassing in zaden van Chinese sierplant.

Voor het eerst sinds jaren zijn twee ‘nieuwe’ natuurlijke vetzuren ontdekt. Ze hebben potentie als hoogwaardige smeermiddelen, melden Edgar Cahoon en collega’s van de University of Nebraska-Lincoln en de Huazhong Agricultural University in Wuhan.

In Nature Plants melden ze dat nebraskaanzuur en wuhanzuur samen goed zijn voor de helft van de olie in de zaden van de orchideekers ( Orychophragmus violaceus ). Dit Chinese lid van de kruisbloemenfamilie (Brassicaceae) kweken telers tot nu toe alleen vanwege de mooie paarse bloemen.

De C24-vetzuren waren simpelweg niet te detecteren met de gaschromatografieprotocollen waarmee onderzoekers al sinds de jaren zestig de samenstelling van plantaardige oliën in kaart brengen, en dus zijn ze stelselmatig over het hoofd gezien. Totdat iemand het eens probeerde met dunnelaagchromatografie, volgens Cahoon een mooi voorbeeld van serendipiteit.

Beide vetzuren hebben OH-groepen aan het zevende en het achttiende koolstofatoom. Alleen die laatste is verklaarbaar vanuit de gebruikelijke natuurlijke vetzuursynthese. De auteurs vermoeden dat ze tevens een nieuwe biosyntheseroute hebben ontdekt, die ze discontinuous elongation noemen. Normaal gesproken verlengen planten hun vetzuurketens door er telkens twee extra C’s tussen te zetten, vlak achter de COOH. Dat gaat in vier stappen, elk gekatalyseerd door een ander enzym. De extra OH duikt daarbij tijdelijk op en bij de verlenging van C18 naar C20 lijkt het proces op dat moment te worden onderbroken.

Het verklaart in elk geval dat de olie sporen bevat van C20- en C22-vetzuren met een extra OH op respectievelijk de plaatsen 3 en 5.

De molecuulstructuur deed Cahoon besluiten koudgeperste olie uit O. violaceus uit te proberen als temperatuurbestendige smeerolie. Die blijkt veel beter te presteren dan de eveneens plantaardige wonderolie die al meer dan honderd jaar in gebruik zijn in benzinemotoren. Maar mogelijk spelen daarbij meer factoren dan alleen C24. (AD)