In de VS worden proeven gedaan met peer review van wetenschappelijke publicaties buiten individuele uitgevers om. Het idee is dat je het dan nog maar één keer hoeft te doen in plaats dat de hele procedure telkens over moet wanneer een tijdschrift het manusctript heeft afgewezen, schrijft de nieuwsredactie van Nature.

De ‘portable peer review’ schijnt te zijn bedacht door Keith Collier, een ondernemer uit de staat North Carolina. Zijn bedrijf heet Rubriq. Volgens Nature zijn verschillende uitgevers het idee al aan het uitproberen, waaronder Wiley en PLoS.

Het businessmodel is dat de auteur iets van 700 dollar betaalt voor de peer review. Daarvan gaat 100 dollar naar elke peer reviewer. Dat bedrag dekt de kostbare tijd van de ontvangers waarschijnlijk bij lange na niet, maar Collier merkt terecht op dat ze in de huidige situatie meestal helemaal niets krijgen.

De auteur krijgt hiervoor een anonieme peer review terug in een gestandardiseerd formaat, waar een willekeurige tijdschriftredactie mee uit de voeten zou moeten kunnen. Als de eerste redactie het manuscript terugstuurt, wat vaker wel dan niet gebeurt, kun je dezelfde peer review hergebruiken wanneer je een andere redactie benadert. Die tweede ronde zou dus in principe veel sneller moeten gaan.

Waar Nature bij aantekent dat uitgevers zelf ook steeds vaker peer reviews hergebruiken. Maar zij sturen ze meestal alleen maar door naar andere redacties binnen de eigen stal. In de neurowetenschap is wel eens een proef gedaan met het uitwisselen van reviews tussen uitgeverijen, maar dat liep grotendeels stuk op het feit dat redacties erg grote waarde bleken te hechten aan hun eigen reviewformaat. “Ze gebruiken nog liever elkaars tandenborstels”, zegt een betrokkene.

Of het standaardformaat van Rubriq dan wel zal worden geaccepteerd is nog maar de vraag. Collier gokt van wel.

bron: news@nature

Onderwerpen