De kersverse Groningse spin-off AGILeBiotics gaat antibiotica ontwikkelen om bij te dragen aan de strijd tegen de wereldwijde antibiotica-resistentie. Oprichter en ceo Andreas Bastian gaf er zijn Veni-beurs voor op.

Een jaar geleden kreeg organisch chemicus Andreas Bastian te horen dat de octrooiaanvraag voor zijn technologie om versneld nieuwe antibiotica te ontwikkelen grote kans maakte om internationaal te worden gehonoreerd. Daarmee vielen voor hem alle puzzelstukjes op zijn plek. Dit was dé kans om een eigen bedrijf te beginnen.

‘Na een aantal postdocs en een Rubicon-beurs was een vaste positie aan de universiteit nog niet in zicht. Dan ga je toch aan andere opties denken’, vertelt Bastian. ‘Met een octrooi op zak kun je investeerders makkelijker interesseren’, stelt Bastian, toen nog Veni-fellow aan de RUG. Sinds maart is hij ceo van de spin-off AGILeBiotics, gehuisvest in Innolab Chemie in Groningen.

Hot topic

Het heeft Bastian slechts acht maanden gekost om alles vorm te geven. Na een intensive training van LifeScience@Work voor business development en met een Take-off fase-I-beurs van NWO (€ 40.000) onderzocht hij de haalbaarheid van een spin-offbedrijf, en schreef hij zijn businessplan. Verder kwam zijn eerdere onderzoek aan beta-lactam-antibioticaresistentie, opgedaan in de VS met zijn Rubicon-beurs, goed van pas. ‘Als je ingewijd bent en een gebied en alle kanten overziet, is het eenvoudiger om investeerders te krijgen’, zegt de organisch chemicus.

Bastian wist drie lokale investeerders te overtuigen; RUG Houdstermaatschappij, Stichting Ir G.J. Smid Fonds en Hanze­poort. Met de verkregen investering kan AGILeBiotics aan de slag om zijn onderzoeks- en ontwikkelingsprogramma uit te voeren. Inmiddels is het patent gehonoreerd voor Europa. ‘Amerika zal waarschijnlijk weldra volgen.’

 

‘We kunnen het aantal synthese­stappen halveren’

Om een bedrijf te beginnen, moet je ook een beetje geluk hebben, aldus Bastian. ‘De toenemende resistentie van bacteriën tegen de huidige antibiotica is momenteel een hot topic. Nu is kanker nog ziekte nummer één waaraan jaarlijks miljoenen mensen overlijden. De schatting is dat in 2050 er elk jaar 10 miljoen mensen zullen sterven ten gevolge van antibioticaresistentie. We hebben dus heel dringend nieuwe antibiotica nodig’, benadrukt Bastian. ‘En waar urgentie is, is ook vaak geld beschikbaar.’

Netwerk bouwen

‘Zodra je begint te denken over een spin-off moet je je netwerk verder uitbouwen, want een goed netwerk is cruciaal’, zegt Bastian. ‘Zo ontmoet je weer mensen die je verder kunnen helpen of zelf willen meewerken.’ Op die manier heeft Bastian inmiddels een aantal zeer ervaren mensen aan zich weten te binden. Bernard van Vliet met tien jaar Solvay-ervaring in medicijnontwikkeling draagt zorg voor de operationele zaken en Maureen van Veelen, allrounder in het starten van ondernemingen, voor de financiële kant. Zijn vrouw Maria Bastian, die promoveerde bij de groep van Nobelprijswinnaar Ben Feringa, heeft de taak van wetenschappelijke directeur op zich genomen en is verantwoordelijk voor de synthese van de nieuwe antibiotica. Hiermee is het gelijk een soort familiebedrijf geworden. ‘Dat was vooral een strategische beslissing, want als je een extra werknemer in dienst hebt, kom je in aanmerking voor meer subsidie van de overheid’, verduidelijkt Bastian. Verder werken er twee chemici fulltime, die via Syncom zijn ingesourcet.

Selectieve synthese

De basis voor de geoctrooieerde synthesemethode Oxaselect om antibiotica te modificeren, legde Bastian tijdens zijn promotie in samenwerking met de Groningse hoogleraren Andreas Herrmann en Adriaan Minnaard. Beiden steunen AGILeBiotics als adviseur en Herrmann is ook medeoprichter.

‘Met onze technologie OxaSelect kun je heel selectief een modificatie op een bepaalde positie van een antibioticum uitvoeren. Hiermee kun je het aantal synthesestappen met de helft reduceren. De ontwikkeling van nieuwe antibiotica op basis van reeds bekende antibiotica wordt daardoor niet alleen een stuk eenvoudiger maar ook sneller’, zegt Bastian. Ongeveer 40 % van de kosten tijdens de antibioticaontwikkeling gaan zitten in de productie van het geneesmiddel. ‘Die productiekosten kunnen we halveren. Dat scheelt 40 % in de preklinische en 20 % in de klinische trials. Dit is heel lucratief. Bovendien heb je een hogere slagingskans, want deze antibiotica waren al in gebruik totdat antibacteriële resistentie zich voordeed.’ Omwille van de concurrentie kan Bastian geen voor­beeld noemen van een antibioticum waaraan AGILeBiotics werkt.

Bastian wil zolang als mogelijk controle houden over de ontwikkeling van het kandidaat-antibioticum. Dit om uiteindelijk zo hoog mogelijke revenuen te behalen. ‘Als we zelf niet over de expertise beschikken voor bijvoorbeeld een preklinische test, dan besteden we dat werk uit tegen betaling. Zo laten we de biologische activiteit van onze stoffen in vitro testen op bacteriën bij de groep van Herrmann en bij Alex Friedrich van het umc in Groningen.’

Succesvolle stof

De eerste jaren van een start-up zijn de zwaarste volgens Bastian. ‘Het is een 24/7-job. Je denkt continu na over strategie. Is het niet voor het onderzoek, dan is het wel voor de business. Alsof het je eigen kind is. Ik vergelijk het vaak met sport. Dat doe je niet omdat je ervoor betaald krijgt, maar omdat je vooruitgang en succes wilt ervaren. Je wil de beste worden. En wel in het ontwikkelen van de volgende generatie antibiotica om multidrug-resistentie te bestrijden.’

AGILeBiotics zit nu in een zeer cruciale fase, de zogeheten valley of death. Daarin bloeden veel start-ups dood bij gebrek aan inkomsten; de techniek is er al wel, maar je moet de markt nog veroveren. Volgend jaar weet Bastian of het bedrijf daar goed doorheen is gekomen en de eerste kandidaat-antibiotica kan presenteren. ‘Eén succesvolle stof geeft ons voldoende revenuen en kansen om meer investeerders aan te trekken. Dan kunnen we door. Tot een zekere hoogte kun je succes voorspellen, maar je weet het nooit absoluut zeker. Het blijft onderzoek.’