Muggen zitten vloeistoftechnisch veel slimmer in elkaar dan gedacht. Dat zie je pas goed als je ze doorlicht met synchrotronstraling, schrijven Amerikaanse onderzoekers in Scientific Reports.

Zo’n mug beschikt in zijn kop over twee spierkrachtgedreven pompjes, die in serie zijn geschakeld. Normaal maken die om de beurt een korte slag en zuigen zo heel geleidelijk vloeistof op. Maar de Amerikanen melden nu dat ze ook tegelijk een veel grote slag kunnen maken. In die burst mode wordt eenmalig een veel groter volume opgeslurpt; het debiet verschilt een factor 27.

Ze ontdekten het door muggen, die twee dagen waren uitgehongerd, met nagellak op een speld te plakken zodat ze ze in een röntgenbundel van de Advanced Photon Source van het Argonne-lab konden neerzetten onder het genot van een laatste druppel suikerwater.

Het ligt voor de hand te denken dat de mug die burst mode heeft ontwikkeld om snel klaar te zijn en weg te kunnen wezen. Maar berekeningen leren dat deze manier van vloeistofopname extreem inefficiënt is: het kost duizendmaal zo veel energie als zachtjes zuigen, vooral vanwege de kleine inwendige diameter van de zuigbuis (proboscis).

Het zou eventueel te maken kunnen hebben met het feit dat bloed, anders dan suikerwater, een niet-Newtonse vloeistof is. Hoe harder de mug er aan zuigt, hoe lager de viscositeit wordt. Of muggen daadwerkelijk de burst mode gebruiken bij het bloedzuigen, is echter nog niet onderzocht.

De berekeningen leren echter ook dat de burst mode een forse drukverlaging genereert die nuttig kan zijn om verstoppingen weg te krijgen, zoals luchtbellen of vaste deeltjes. Mogelijk is dát de reden.

In een persbericht vraagt laatste auteur Jake Socha, van Virginia Tech, zich hardop af of je deze truc ook kunt gebruiken voor microfluïdica die geneesmiddelen moeten afleveren in de mens.

bron: Virginia Tech