Van de vier Spinozapremies gaan er dit jaar drie naar moleculaire wetenschappers. Albert Heck, Alexander van Oudenaarden en Michel Orrit zijn de gelukkigen, heeft NWO vandaag laten weten.

Albert Heck geldt als aanjager van het Nederlandse eiwitonderzoek. Sinds 1998 is hij hoogleraar biomoleculaire massaspectrometrie en proteomics aan de Universiteit Utrecht, en sinds de start in 2004 is hij wetenschappelijk directeur van het Netherlands Proteomics Centre. Zijn onderzoek richt zich vooral op het verruimen van de mogelijkheden van massaspectrometrie; toen hij begon was het gemiddelde eiwit veel te groot om als één geheel door een MS te sturen, maar inmiddels heeft hij een apparaat staan dat zelfs complexen van een aantal eiwitten aan kan.

Alexander van Oudenaarden, ooit begonnen als Delftse fysicus, is sinds 2013 hoogleraar quantitative biology of gene regulation aan de Universiteit Utrecht, en algemeen directeur van het Hubrecht Instituut van de KNAW. Daarvoor werkte hij lange tijd in de VS waar hij het bracht tot hoogleraar aan het MIT. Van Oudenaarden geldt als pionier in de single-cell biology, het vakgebied dat de werking van genen en eiwitten in afzonderlijke cellen onderzoekt om zo de verschillen tussen die cellen zichtbaar te kunnen maken.

Voor Michel Orrit, hoogleraar spectroscopie van moleculen in gecondenseerde materie aan de Universiteit Leiden, is single cell nog veel te groot. Hij specialiseert zich in fluorescentiemetingen aan single molecules met laserlicht, en had daar drie jaar geleden bijna een Nobelprijs voor gekregen - volgens W.E. Moerner, die hem wél won, had Orrit gewoon pech dat die prijs niet door vier mensen kan worden gedeeld.

Voor de vierde Spinozalaureaat, de Leidse psycholoog Eveline Crone, verwijst C2W gaarne naar andere media.

bron: NWO