Een gen uit Indiase wilde rijst verhoogt de opbrengst van andere rijstvarianten met 60 procent wanneer je ze teelt op fosfor-arme grond. Die modificatie verdient het om breed te worden ingezet tegen het huidige voedseltekort, suggereren Filippijnse onderzoekers in Nature.

Het gen codeert voor een kinase-eiwit dat de onderzoekers PSTOL1 (phosphorus-starvation tolerance 1) hebben gedoopt. Hoewel ze ongeveer wisten waar het moest zitten in het rijstgenoom, zijn ze naar eigen zeggen 3 jaar bezig geweest om het exact te lokaliseren.

PSTOL1 zit niet in de gebruikelijke rijstvarianten maar wel in Kasalath-rijst, een soort die voorkomt in het oosten van India en die inderdaad opvallend goed groeit op arme grond. Het gen laat de wortels van de plant sneller groeien, waardoor het contactoppervlak met de grond sterk toeneemt en meer voedingsstoffen uit die grond kunnen worden gehaald.

Dat de nadruk wordt gelegd op de verhoogde tolerantie voor fosforgebrek, is omdat de fosforvoorziening meestal het krapst is. PSTOL1 verbetert tevens de opname van stikstof, kalium en andere elementen, maar die vormen in de praktijk zelden de limiterende factor voor de groei.

Bovendien wordt het fosfortekort alleen maar groter als de voorspelling uitkomt, dat over enkele tientallen jaren het fosfaaterts zo schaars wordt dat de kunstmestproductie stilvalt.

De onderzoekers hebben het PSTOL1-gen overgezet in twee commerciële rijstvarianten (indica en japonica) die daarna op fosforarme grond 60 procent meer opbrengst gaven. Om de tegenstanders van genetische modificatie te plezieren hebben ze inmiddels ook een manier ontwikkeld om op een slimme manier Kasalath-rijst met allerlei andere rijstsoorten te kruisen. Daarbij gebruiken ze moleculaire merkers die aangeven of PSTOL1 is doorgegeven.

bron: BBC News

Onderwerpen