Dat de mens een aparte diersoort is, komt wellicht door één toevallige mutatie van een paar miljoen jaar geleden. Die heeft er namelijk voor gezorgd dat we onszelf niet meer zo gemakkelijk door andere apen kunnen laten bezwangeren, suggereren onderzoekers van de University of California (San Diego) in PNAS.

Die mutatie is op zich heel bekend. Hij leidde tot een subtiele verandering in de suikermoleculen op onze cellen. Apen en andere zoogdieren hebben daar een siaalzuur genaamd N-glycolylneuraminezuur (Neu5Gc) zitten. Bij mensen is het een iets afwijkend molecuul genaamd Neu5Ac.

Die mutatie moet ooit een evolutionair voordeel hebben gehad; gesuggereerd wordt dat het leidde tot immuniteit tegen de apenvariant van de malariaparasiet. Er is echter ook al beweerd dat het de evolutionaire basis vormt van ouderdomsdiabetes.

En UCSD-onderzoeker Pascal Gagneux beweert nu dat het ook leidde tot een versnelde afsplitsing van onze verre voorouder Homo erectus als afzonderlijke soort. Het verlies van lichaamseigen Neu5Gc leidde er namelijk ook toe dat het immuunsysteem antilichamen ging produceren tegen dit molecuul. Mogelijk werd die afweerreactie nog versterkt doordat apen zich rond die tijd ontwikkelden tot omnivoren: ze gingen rood (zoogdier-)vlees eten, waar per definitie veel Neu5Gc in zit.

Die antilichamen vielen vervolgens óók zaadcellen aan waar Neu5Gc op zat, en misschien zelfs embryo’s die het gen voor Neu5Gc-productie nog bezaten. Het gevolg was dat een vrouwtjesaap die al op Neu5Ac was overgeschakeld, veel meer kans had op nakroost wanneer ze paarde met een mannetje dat ook al zo ver was, dan wanneer ze een primitievere partner koos.

Andere toevallige mutaties in Neu5Gc-loze apen werden dus ook voornamelijk in eigen kring doorgegeven, wat uiteindelijk resulteerde in een geheel apart apengeslacht dat wij nu als Homo kennen.

Gagneux heeft vastgesteld dat de hedendaagse mens nog steeds antilichamen tegen Neu5Gc kan aanmaken, en dat zulke antilichamen in een reageerbuisje inderdaad in staat zijn om sperma van een chimpansee te doden.

Ook modificeerde Gagneux vrouwtjesmuizen zodat ze geen Neu5Gc meer konden aanmaken. Waarna hij ze vervolgens aan die stof blootstelde, gingen ze er inderdaad antilichamen tegen aanmaken. En als hij ze vervolgens liet paren met normale mannetjesmuizen, leverde dat significant minder kleine muisjes op dan je zou verwachten.

bron: UCSD

Onderwerpen