In China is een nieuw, chemisch principe bedacht om de CO2-concentratie in lucht te meten. Het zou goedkoper moeten zijn dan de huidige methoden, zo meldt Ben Zhong Tang (Hong Kong University of Science and Technology) in JACS.

Tangs nieuwe sensor is gebaseerd op een oplossing van 1,1,2,3,4,5-hexafenylsilol (HPS) in dipropylamine (DPA). Komt die laatste stof in contact met CO2, dan vormen zich carbamaten. Gevolg is dat de oplossing veel viskeuzer én sterker polair wordt. Dat belemmert weer de vrije rotatie van de fenylringen van het HPS en zorgt dat die moleculen als het ware gaan klonteren. En het bijzondere van HPS is dat de fluorescentie dan niet af- maar juist toeneemt, iets dat Tang negen jaar geleden al ontdekte.

 

Aan de intensiteit van de fluorescentie moet je kunnen aflezen hoe hoog de aanwezige CO2-concentratie is.

 

Nu wordt CO2 nog vaak elektrochemisch of met infraroodmethoden gemeten. Dat laatste heeft het nadeel dat je het verschil tussen CO2 en CO niet goed ziet, omdat beide verbindingen absorptiepieken vertonen in hetzelfde golflengtegebied. En elektrochemische sensoren werken bij hoge temperaturen en hebben daarom een vrij stevige stroomvoorziening nodig.

 

Voor Tangs sensor heb je alleen een UV-lamp nodig, waarna je de fluorescentie in principe met het blote oog kunt zien. Grootste nadeel zou kunnen zijn dat DPA de neiging heeft om heel snel te verdampen. Om het principe praktisch bruikbaar te maken zul je dáár eerst iets op moeten vinden.

 

Bron: C&EN

Onderwerpen