De micro-organismen in de Golf van Mexico hebben niet de olie van BP opgevreten, maar het gas dat meekwam uit het lek. Dat doet opnieuw de vraag rijzen waar al die olie dan is gebleven.

Op de website van Science meldt geomicrobioloog David Valentine (University of California, Santa Barbara) de uitkomsten van een serie proeven die hij rond de oliepluimen in de Golf heeft gedaan. Doel was te achterhalen welke componenten van zo’n pluim het eerste werden afgebroken.

 

Tot zijn verrassing bleken dat vooral ethaan en propaan te zijn. Die gasvormige verbindingen ‘tellen’ niet als olievervuiling, maar ze komen wel degelijk vrij uit zo’n beetje elke oliebron. Ze lossen redelijk goed op in het zeewater, en ze zijn voor micro-organismen relatief gemakkelijk te verteren.

 

Bij die afbraak wordt opgeloste zuurstof uit het water verbruikt. Uit een sterke daling van het zuurstofgehalte dacht men tot nu toe te kunnen afleiden dat bacteriën druk bezig waren olie af te breken. Dat blijkt dus een beetje voorbarig: voor hetzelfde geld zijn ze aan het gas bezig. Misschien wel 70 procent van de zuurstofconsumptie is dáár aan toe te schrijven, denkt Valentine.

 

Zijn ethaan en propaan bijna op, dan beginnen de bacteriën volgens Valentine aan het eveneens gasvormige methaan. Dat breekt veel moeizamer af, met als gevolg dat zuurstof minder snel word verbruikt en de concentratie weer oploopt. Dat laatste is dus, alweer, géén signaal dat de olie op is.

 

Wat er dan wél met die olie gebeurt, blijft volgens Valentine volmaakt onduidelijk. In het beste geval wordt de bacteriepopulatie door het gasvormige feestmaal eningszins ‘voorbereid’ op het consumeren van vloeibare alkanen.

 

Inderdaad zijn er al berichten geweest dat die olie wel degelijk uit het water verdwijnt, maar recent werd gesuggereerd dat dat komt doordat ze naar de bodem is gezakt.

 

bron: naturenews

Onderwerpen