Voedselgebrek tastte in een vroeg stadium van de zwangerschap de epigenetica van de laatste wolharige neushoorns aan. Aan hun fossiele botten kun je dat nog steeds zien, schrijven Naturalis-onderzoekers Alexandra van der Geer en Frietson Galis in het open-accesstijdschrift PeerJ.

Waarbij opvalt dat het woord ‘epigenetica’ in de hele publicatie niet te vinden is. Maar het moet wel een epigenetisch effect zijn, omdat honger niets verandert aan de genen zelf. Dat het bij mensen zo werkt, is trouwens al veel langer bekend.

Om precies te zijn hebben 5 van de 32 wolharige-neushoornskeletten (Coelodonta antiquitatis) in de Naturalis-collectie een extra stel ribben aan hun onderste halswervel, als teken dat er bij de embryonale ontwikkeling van de wervelkolom iets helemaal mis is gegaan.

Die afwijking is ook bekend bij andere zoogdieren, inclusief mensen. Op zich kan ze weinig kwaad maar vaak gaat ze samen met een hele reeks andere defecten, die zorgen dat betrokkenen niet oud worden. Bekend is dat het kan komen door inteelt, maar ook door barre leefomstandigheden tijdens de zwangerschap.

Al eerder viel op dat de laatste wolharige mammoeten er vaak last van hadden. Net als de neushoorns kwamen die na de laatste ijstijd in de problemen door het veranderende klimaat; uiteindelijk zijn beide soorten ongeveer tegelijkertijd uitgestorven.

De onderzoekers sluiten overigens uit dat de overgang van onderste halswervel naar bovenste rugwervel gewoon een evolutionaire aanpassing was. Ten eerste verandert het aantal halswervels van zoogdieren vrijwel nooit, ten tweede zou een wolharige neushoorn er alleen maar nadeel van hebben gehad als zijn nek minder flexibel werd.

bron: Naturalis

Extra documenten

Klik op de link om deze bestanden te downloaden en te bekijken
  • 3684

    PDF, Bestandsgrootte 16.21 mb