Uit een vijver op de campus van de University of Exeter is een Nature-publicatie opgevist. Hij was nogal slap en beschimmeld maar daarom niet minder interessant, zo valt op te maken uit een persbericht van de universiteit.

Eigenlijk staat in dat persbericht dat een totaal nieuwe groep schimmels is aangetroffen in die vijver en dat de ontdekkers daarmee Nature hebben gehaald. Maar dat klinkt lang niet zo spannend.

De ‘nieuwe’ schimmels hebben de naam cryptomycota meegekregen. Achteraf blijken ze aan te treffen in alle mogelijke boden- en watermonsters. Dat ze nooit eerder zijn opgemerkt, komt waarschijnlijk doordat ze geen stevige cellulose- of chitinehoudende celwanden aanmaken. Qua DNA zijn het echter onmiskenbaar schimmels. Vermoedelijk vormen ze een ontbrekende schakel in de evolutie.

De onderzoekers kwamen de groep op het spoor door álle DNA in een watermonster uit de vijver te sequensen en te kijken of er iets bijzonders tussen zat. De gevonden sequenties werden vervolgens omgewerkt tot ‘probes’ voor fluorescente in situ-hybridisatie (FISH). Met die techniek konden de micro-organismen zichtbaar worden gemaakt waar het ‘bijzondere’ DNA oorspronkelijk uit kwam.

 

Met een reeks kleuringstechnieken kreeg men vervolgens een steeds beter beeld van cryptomycota. Ze blijken 3 tot 5 micrometer groot te zijn, met een zweepstaart om zichzelf voort te stuwen. Hoe ze zichzelf verder in leven houden en wat hun rol in zo’n vijver is, moet nog worden opgehelderd.

 

Alle tot nu toe bekende schimmels maken wèl stevige celwanden aan. Die celwand werd tot nu toe zelfs beschouwd als essentiële voorwaarde om een soort bij de schimmels in te delen. Dat dogma kan dus in de prullenmand, en de evolutionaire geschiedenis van schimmels is sowieso aan een grondige herziening toe.

 

bron: University of Exeter

Onderwerpen