Relatief veilige manier om mutaties te verhelpen.

CRISPR-Cas kan een gemuteerd gen zo wijzigen dat het defecte deel niet meer wordt vertaald naar een eiwitfragment. Wellicht biedt die vorm van exon skipping soelaas tegen de ziekte van Duchenne, suggereren Pablo Perez-Pinera en Jun Song van de University of Illinois in Genome Biology .

Hun CRISPR-SKIP-techniek werkt met single base editing , waarbij een gemodificeerd Cas9-eiwit het DNA niet doorknipt maar één letter chemisch wijzigt. In dit geval deamineert het een C in de complementaire streng, zodat die zich gaat gedragen als een T. Bij de eerstvolgende celdeling komt daar dus geen G, maar een A tegenover.

Juist de G lijkt essentieel voor het nog grotendeels onbegrepen splicing -mechanisme. In genen wisselen coderende fragmenten

(exons) en niet-coderende introns elkaar af. Na de vertaling naar messenger -RNA worden de introns daaruit gehaald en de resterende exons verknoopt tot één lange eiwitcode. Introns eindigen vrijwel altijd met een G, en als je die verandert, wordt ook het daaropvolgende exon verwijderd. Bij duchenne laat een fout in zo’n exon de assemblage van het eiwit dystrofine halverwege stoppen. Zonder dat exon krijg je incompleet dystrofine, dat althans een beetje werkt. Eerdere exonskippers van onder meer Prosensa hielpen weinig, maar experimenten op menselijke celkweekjes in vitro geven hoop dat CRISPR-SKIP de dystrofinefunctionaliteit wél voldoende herstelt. Wel zie je ook hier weer dat CRISPR soms de verkeerde G ‘pakt’, maar volgens de auteurs maken de nieuwste base editors minder fouten. (AD)