Of het kankermedicijn Avastin zal aanslaan bij een bepaalde patiënt, kun je voorspellen aan de hand van zijn/haar DNA. Dat wil zeggen, als de Leuvense onderzoeker Diether Lambrechts gelijk krijgt.

Het Vlaamse biotechnologie-instituut VIB spreekt van een belangrijke stap in de richting van ‘personalized medicine’. Avastin is peperduur en heeft de nodige bijwerkingen, zodat je het beter alleen kunt geven als je redeljk zeker weet dat de patiënt er baat bij heeft.

Avastin, ook bekend als bevacizumab, is een antilichaam dat ingrijpt in de zogeheten VEGF-route. Dat remt de groei van bloedvaten in bepaalde categorieën uitzaaiingen, waardoor de patiënt wat langer in leven blijft. Het werkt echter lang niet bij iedereen, en tot nu toe was niet duidelijk waarom niet.

In The Lancet Oncology schrijven Lambrechts en collega’s nu dat ze het DNA hebben vergeleken van 264 deelnemers aan twee klinische studies, die óf Avastin óf een placebo kregen. Ze vonden maar één afwijking (een zogeheten SNP) die een statistisch significant verband vertoonde met de levensverwachting van de patiënt in kwestie.

Die SNP blijkt te zitten in de code voor een zogeheten VEGF-receptoreiwit, genaamd VEGFR1. De afwijking leidt er toe dat er méér van dat eiwit wordt aangemaakt dan normaal. Dat hierdoor de werking van Avastin wordt geneutraliseerd is voorlopig nog niet meer dan een vermoeden. Maar dan wel een vermoeden dat bijzonder voor de hand ligt.

Lambrechts en collega’s hopen nu met verdere klinische tests meer zekerheid te krijgen.

bron: VIB

Onderwerpen