Bij het oplossen van problemen op de werkvloer schakelen bedrijven steeds vaker een coach in. Ook is een coachingstraject interessant bij de persoonlijke ontwikkeling van een medewerker. Maar wat is een coach eigenlijk en wat doet hij?

“Toen ik zo’n twee jaar geleden aan een coachingstraject begon, was ik aanvankelijk wel wat sceptisch”, vertelt René van Dalen*, chemical engineer op een developmentafdeling van een middelgroot chemisch bedrijf. “Ik had het gevoel dat er op mijn werk onvoldoende naar mij geluisterd werd, terwijl ik toch een zeer sterke eigen mening heb. Toen mij de mogelijkheid van coaching werd geboden, heb ik daar direct gebruik van gemaakt. Maar ik was er niet van overtuigd dat een aantal gesprekken daadwerkelijk tot verandering zouden leiden.”

Erik Staal is zelfstandig coach, nadat hij eerder in de chemie carrière maakte. Hij ziet een dergelijke benadering bij veel van zijn cliënten. “In het begin is het altijd even aftasten. Vaak uiten problemen zich in bepaalde gevoelens, die niet per se de kern van het probleem zijn. Vandaar dat ik als coach begin om het probleem SMART te krijgen.” SMART staat hierbij voor Specifiek, Meetbaar, Actief, Realistisch en Tijdgebonden. “Zo kan ik met mijn cliënt, de coachee, een doelstelling formuleren waar wij samen naartoe werken.”

Vaak begint de behoefte aan een coach met de constatering dat in het bedrijf de zaken niet helemaal op rolletjes lopen. “Dat kan als conclusie uit een functioneringsgesprek naar voren komen”, vertelt Staal. “Maar het komt ook voor dat medewerkers zich niet helemaal gelukkig voelen en zelf met hun probleem naar een P&O-medewerker of de afdeling HRM stappen.”

Competenties

‘Ik weet niet of ik wel de kwaliteiten heb om leidinggevende te worden.’ ‘Ik heb moeite met samenwerken.’ ‘Ik moet altijd perfect zijn.’ Het zijn voorbeelden van de problemen die Staal in zijn praktijk tegenkomt. Om eraan te werken heeft Staal de keuze uit een flink arsenaal aan technieken. “Confronteren is bijvoorbeeld een aardige, zij het ook wat harde techniek. Vaak zijn het denkbeelden van mensen waar je doorheen moet zien te breken. Je zegt wel dat je altijd perfect moet zijn, maar van wie moet dat dan? En wat gebeurt er als je niet perfect bent, vergaat dan de wereld? Dergelijke, op het eerste gezicht harde vragen, kunnen het denken van mensen in een andere richting bewegen.”

Soms vraagt Staal zijn coachees om van huis een voorwerp mee te nemen waarin zij zichzelf herkennen. Deze zelfanalyse via dit voorwerp kan leiden tot andere inzichten over hun eigen handelen. “Ik moest op een gegeven moment een tekening maken”, vertelt Van Dalen. “Als je daar vervolgens over gaat praten, ontdek je nieuwe dingen bij jezelf.”

Balans

In zijn werk hanteert Staal vaak een redelijk oud model dat ontwikkeld is door Daniël Ofman. “Hij heeft het over vier kernkwadranten: kernkwaliteiten, valkuilen, uitdagingen en allergieën”, legt Staal uit. “Daarin moet je balans zien te vinden. Je kunt als kernkwaliteit daadkracht hebben. Maar te veel daadkracht kan op anderen als drammerigheid overkomen. Dat is dus een valkuil. Een uitdaging kan dan zijn om meer geduld te oefenen. Te veel passiviteit zou voor zo iemand een allergie kunnen zijn. Maar het benoemen van een allergie, iets waar je bij anderen absoluut niet tegen kunt, zegt tegelijk iets over jezelf.”

Een coachingstraject omvat gemiddeld zo’n zes sessies van anderhalf uur, uiteenlopend van enkele weken tot enkele maanden. Daarbij houdt Staal zijn coachees voor dat hij niet van de een op de andere dag een oplossing voor hun problemen heeft, maar dat zij zelf hun eigen denken en hun eigen handelen beïnvloeden. En dat zij daar soms maanden later pas echt de vruchten van plukken.

Omdat Staal goed thuis is in de chemie profileert hij zich als coach vooral in die sector en in de techniek. “Mensen die in deze sectoren werkzaam zijn, zijn vaak erg rationeel. ‘Als ik dit doe, dan gebeurt er dat, dus moet het zo.’ Op die manier beredeneren ze vaak hun handelen. Het is een prettig soort instelling waarbij ik mij thuis voel. Maar tegelijkertijd ligt daar ook de uitdaging om deze mensen te leren om bij het nemen van beslissingen ook eens hun gevoel te laten spreken.”

René van Dalen kan dit beamen. “Als bèta heb je altijd geleerd exact te denken. A is A en B is B. Maar door mijn coach heb ik geleerd dat A niet altijd A hoeft te zijn. Ik heb geleerd om meer open te staan voor de mening van anderen. Daardoor luisteren anderen nu ook meer naar mij, terwijl ze daarbij inzien dat ik niet per se gelijk hoef te hebben.”

Van Dalen zegt veel baat te hebben gehad bij het coachingstraject. “Vroeger was ik zeer beslist. Nu denk ik wat langer na voor ik een beslissing neem. Toen er een interne vacature kwam, merkte ik dat ik twijfels had. Dus heb ik het niet gedaan. Een half jaar later heb ik wel de overstap naar een ander bedrijf gemaakt.”

Wat zowel Staal als Van Dalen jammer vindt, is dat coaching in de sectoren chemie en techniek nog nauwelijks wordt aanvaard. Van Dalen: “Als je vertelt dat je hulp van een coach hebt, wordt je al snel beschouwd als een psychisch geval.” Staal pleit ook voor meer openheid. “In veel bedrijven vindt men dat ze zelf de problemen moeten oplossen. En de meeste mensen zijn capabel genoeg om het zelf te doen. Maar degenen die daarvoor de hulp van een coach inroepen, zijn daarom niets minder. Het is toch mooi om chemie en techniek meer mens te maken.”

*Uit privacy-overwegingen is de naam René van Dalen gefingeerd.

Meer informatie: Erik Staal, Aperia Consult, of een coachingbureau bij u in de buurt.

Bron: C2W19, 11 oktober 2008

Onderwerpen