Schotse onderzoekers zeggen een 3D-printer te hebben bedacht die embryonale stamcellen kan verwerken zonder dat ze kapot gaan. Het is een eerste stap naar het printen van complete organen, suggereren ze in het tijdschrift Biofabrication.

In de tot nu toe bedachte inkjetprintkoppen gingen de cellen meestal wel kapot. Om iets in 3D te maken moest je een inerte draagstructuur printen en daarop cellen ‘inzaaien’.

De nieuwe printer van Heriot-Watt University in Edinburgh en de spin-off Roslin Cellab kan in feite nog niet zo veel. De provisorisch verbouwde CNC-metaalfreesmachine (want dat is het) kan alleen druppeltjes van een suspensie van menselijke embryonale stamcellen aanbrengen op een petrischaaltje, dat je vervolgens ondersteboven houdt om ongeveer ronde bolletjes te krijgen.

De grootte van de druppeltjes is instelbaar, en door twee druppels met en zonder suspensie over elkaar heen te printen kun je het aantal spamcellen onafhankelijk van de druppelgrootte instellen. Het minimum is daarbij ongeveer 5 cellen per druppel.

Het grote voordeel is dat de cellen levensvatbaar blijven en zich verder kunnen specialiseren. De Schotten hebben dat voor elkaar gekregen door voor de dosering een uiterst nauwkeurig, elektromagnetisch bediend klepje te gebruiken. Op die manier krijgen de druppels als het ware gelegenheid om zichzelf te vormen en is de mechanische belasting minimaal.

Volgens een commentaar in Scientific American is het printen van organen nog tientallen jaren ver weg. Om te beginnen bestaan die immers uit meer dan één type cel.

Volgens de uitvinders kun je wel denken aan het printen van simpele weefsel-arrays om de toxiciteit van chemicaliën te testen. Dat zou dan weer een hoop dierproeven schelen.

bron: Nature/Scientific American

Onderwerpen