Ongekleurde katoenvezels zijn wel degelijk nuttig voor forensisch onderzoek. Mits je een truc toepast om de unieke chemische informatie er uit te krijgen, zo viel deze week te horen tijdens een congres in Long Beach.

Tot nu toe werd algemeen aangenomen dat dergelijke witte vezels onbruikbaar zijn als bewijslast omdat ze simpelweg veel te veel op elkaar lijken. Pas als ze geverfd zijn kun je ze herkennen - inderdaad, aan de kleur.

Thermo Fisher-onderzoeker Brian Strohmeier wijst er nu echter op dat bijna alle katoen tegenwoordig is geïmpregneerd om haar vlekafstotend, waterproof en/of kreukvrij te maken. Aan die chemicaliën kun je wél aflezen of twee vezels al dan niet afkomstig kunnen zijn uit hetzelfde kledingstuk.

Die impregneermiddelen zijn te detecteren met röntgenfotoelektronspectroscopie (XPS). Hierbij bestook je de vezels met een röntgenbundel, waarbij je uit de kinetische energie van de vrijkomende elektronen de chemische samenstelling van het oppervlak afleidt.

Volgens Strohmeier is de XPS-techniek inmiddels dusdanig verfijnd dat de analyse een kwestie van minuten is, en je aan een oppervlak van honderd vierkante micrometer vaak al voldoende hebt. Vroeger had je het over uren en vierkante millimeters, wat XPS bij voorbaat diskwalificeerde voor forensisch routinewerk.

Probleem is wel dat je eigenlijk niet óp dat oppervlak moet zijn maar een eindje er onder. ‘Geïmpregneerd’ wil immers zeggen dat je stoffen ín de vezels zijn getrokken. Strohmeier heeft daar een truc voor bedacht: hij bestuukt de vezels eerst met clusters van argon-ionen die als het ware een krater in het vezeloppervlak slaan. Zulke clusters, die elk enkele duizenden kernen bevatten, komen een stuk minder hard aan dan een bundel losse ionen zou doen, zodat de moleculen waarnaar je op zoek bent grotendeels heel blijven.

De onderzoekers zijn nu zo ver dat ze inderdaad verschil kunnen maken tussen katoenvezels die op verschillende manieren zijn behandeld. De volgende stap is om er echt een officieel forensisch analyseprotocol van te maken.

bron: American Institute of Physics

Onderwerpen