Nederlandse bedrijven hebben moeite om bij vacatures laboratoriummedewerkers uit eigen land te vinden. En dus zoeken zij hun heil in het buitenland. Vooral in Polen en Hongarije zijn nog veel en goede analisten te vinden.

“Ze zijn er simpelweg niet”, verzucht Bas van Driel op de vraag waarom hij geen Nederlandse laboratoriummedewerkers heeft aangenomen. “We hebben nu een vacature en daar hebben maar twee mensen op gereageerd.” Van Driel, inmiddels belast met management development, was ruim een jaar geleden verantwoordelijk voor de komst van de eerste Polen naar het voedingsmiddelentestbedrijf Opinion Test & Taste in Oosterhout.

Opinion was met zijn chemische en microbiologische afdeling tot begin 2007 gevestigd in Den Bosch. “Daar groeiden we uit het pand en dus moesten we verhuizen. Dat gaf de nodige onrust onder het personeel.” Scheveningen en Hoogvliet werden genoemd als nieuwe vestigingsplaats. “Maar één ding was duidelijk”, vertelt Van Driel. “Het overgrote deel van het personeel was niet bereid om mee te verhuizen.” Dus ging Van Driel op zoek naar een oplossing om personeel te werven. Via het internet kwam hij bij internationaal detacheringsbureau Eurostar 25 uit en vond hij een aantal Poolse academici.

HOOGOPGELEID

Wat in de academische wereld al langer gewoon is, namelijk dat promovendi en postdocs voor de bètavakken steeds vaker uit het buitenland komen – sommigen waarschuwen al voor een war for talent – , laat zich nu ook zien op mbo- en hbo-niveau. Maar waar het in Nederland nagenoeg ondenkbaar is dat een academicus werk doet op mbo-niveau, vinden Polen dat vooralsnog geen bezwaar. “Voor hen is in Polen nauwelijks werk en als het er is moeten ze van onderaf beginnen”, vertelt Van Driel. “Hier krijgen ze voor dat werk veel beter betaald en doen ze veel sneller werkervaring op in het bedrijfsleven.”

Het in 2004 gestarte Eurostar 25 had aanvankelijk vooral ervaring met logistiek medewerkers uit Polen. Inmiddels werken er via het detacheringsbureau ook chemici bij andere bedrijven. “We zijn nog met diverse bedrijven in gesprek”, vertelt Remco Lanooij van Eurostar 25. “Daarnaast werven we inmiddels ook ingenieurs en verpleegsters voor Nederlandse bedrijven en instellingen.” Van Driel is zeer te spreken over de detacheringsconstructie. “Als ik vandaag bel met Eurostar 25 heb ik morgen tien cv’s van zeer geschikte Polen.”

Lanooij legt uit hoe Eurostar 25 in Polen werft. “Onze vestiging in Polen zit in de stad Gliwice, waar ook een technische universiteit is. Wij werven daar direct onder studenten. Voordat we de Polen hier plaatsen, nodigen we ze uit om kennis te maken met Nederland en het bedrijf waar ze zullen gaan werken. En als ze daadwerkelijk komen, regelen wij huisvesting en vervoer, maar ook zaken als een sofinummer of een bankrekening.” Van Driel is hier blij mee. “Ze zitten dus niet met z’n zessen in een lekkende caravan, wat je weleens hoort.”

Dat de analisten werk onder hun niveau doen, vinden zij volgens Van Driel nauwelijks een bezwaar. “Sommigen blijven hier een jaar om werkervaring op te doen en gaan dan terug. Maar wij hebben ook al mensen een vaste aanstelling aangeboden. En voor hen zijn er ook doorgroeimogelijkheden binnen het bedrijf.” Lanooij meent dat het voor de Polen erg aantrekkelijk is om in Nederland te werken. “Ik heb geregeld contact met hen, ook nadat ze een vaste aanstelling hebben gekregen, omdat we daarvan kunnen leren. Er zijn er die hier een huis kopen en echt een bestaan willen opbouwen.” “Binnen het bedrijf passen ze zich prima aan, maar daarbuiten integreren ze nauwelijks”, stelt Van Driel. Voor Opinion is dat een signaal om nog eens te kijken naar het beleid. “Misschien moeten we eens zien of we een cursus Nederlands kunnen aanbieden. Dat hebben we niet direct gedaan, omdat we niet wisten hoe een en ander zich zou gaan ontwikkelen.”

TAALBARRIÈRE

Bij Opinion werken inmiddels veertien Polen op een totaal van zestig medewerkers, twee als chemisch analist en twaalf als microbiologisch analist. Een voorwaarde voor een succesvol verblijf is volgens Van Driel dat zij voldoende Engels spreken. “Ik heb een jaar geleden in Katowice zestien sollicitatiegesprekken gevoerd. Toen bleek dat vooral de jongeren goed Engels spraken.” Die ervaring heeft Lanooij ook. “Ik had contact met een werkgever die zich daar zorgen over maakte. Maar al snel liet hij mij weten dat het Engels van de Poolse medewerker veel beter was dan dat van zijn ‘eigen’ mensen.”

Volgens Lanooij zullen de tekorten op de arbeidsmarkt in de nabije toekomst alleen maar groter worden. “Naar verwachting zal het tekort in 2010 oplopen tot zo’n 30 procent.” In stimuleringsmaatregelen van de overheid – die dringend nodig zijn – ziet Van Driel voorlopig nog geen oplossing. “Het duurt vijf tot tien jaar voordat je daarvan de effecten ziet.” Daarom heeft Opinion zijn vleugels ook uitgeslagen naar Hongarije, waar Eurostar 25 eveneens een vestiging heeft. “Wij zien dat in die landen in de opleiding de nadruk ligt op inhoud en techniek”, schetst Lanooij. “In Nederland krijg ik juist vaak de indruk dat er veel aandacht is voor management.”

Van Driel adviseert bedrijven die Poolse of Hongaarse chemici in dienst willen nemen om gebruik te maken van internationale detacheringsbureaus. “Zij kennen alle regeltjes en zorgen verder ook voor de mensen.” Lanooij voegt daar een waarschuwing aan toe. “Het is niet zo moeilijk om zelf rechtstreeks Polen in dienst te nemen. Maar je moet er wel rekening mee houden dat ze hier in een onbekend land, in een andere cultuur komen. Bij elk probleempje bellen ze jou. Het kost je heel veel tijd om die mensen te begeleiden, soms zo veel dat je nauwelijks tijd overhoudt voor je eigenlijke werk. Detacheringsbureaus zijn daarop berekend en hebben daarvoor speciaal mensen in dienst.”

Bron: C2W13, 28 juni 2008

Onderwerpen