Uitschakeling CD11c-macrofagen heft insulineresistentie op in muizen

Muizen met obesitas zijn niet meer resistent tegen insuline nadat specifieke immuuncellen zijn omgelegd. Dit tonen onderzoekers van de University of California aan in het tijdschrift Cell Metabolism.

Patiënten met type-2 diabetes zijn ongevoelig voor insuline, een hormoon dat het glucosegehalte in het bloed doet afnemen. De ziekte gaat gepaard met een ontsteking van de lever, en wordt vaak aangetroffen in zwaarlijvige mensen.

Eerder onderzoek wees uit dat bepaalde macrofagen (immuuncellen die dode celresten opruimen) vet- en spierweefsel aanvallen in zwaarlijvige muizen. Kenmerkend voor deze cellen is de aanwezigheid van het eiwit CD11c aan het oppervlak.

De onderzoekers maakten gebruik van een muismodel waarin de CD11c-cellen gevoelig gemaakt zijn voor difterietoxine. Na toedienen van het toxine legden deze macrofagen al binnen enkele uren selectief het loodje. Een dag later waren de muizen niet meer resistent tegen insuline. Een bijkomend effect was een afname in ontstekingsverschijnselen in het gehele lichaam.

Volgens onderzoeksleider Jaap Neels toont de studie aan dat hoge vetwaarden op zich niet tot insulineresistentie hoeven te leiden, zolang ze niet gepaard gaan met ontstekingen. Het is nog onduidelijk of dezelfde macrofagen een rol spelen in zwaarlijvige mensen.

Bron: Cell Metabolism

Onderwerpen