Achternamen bepalen met Y-chromosomen

Dr. Turi King presenteert vandaag op de University of Leiceister een onderzoek waaruit blijkt dat het mogelijk is bij Britse mannen aan de hand van het DNA de achternaam te bepalen. Zij noemt het onderzoek veelbelovend maar erkent ook de beperkingen van de techniek.

Als over enkele jaren het DNA van een mannelijke dader wordt aangetroffen bij een plaats delict kan het mogelijk zijn om met het Y-chromosoom de achternaam te achterhalen. Zowel het Y-chromosoom als de achternaam worden door de vader doorgegeven aan zijn zonen. Achternamen kwamen in Groot Brittannië ongeveer 700 jaar geleden in gebruik. Ondanks het optreden van mutaties, is het vaak toch mogelijk om met het Y-chromosoom een stamvader vast te stellen.

Helaas zitten er nog heel wat haken en ogen aan de techniek. Allereerst zijn niet alle mannen met dezelfde achternaam verre familie van elkaar. Meerdere Engelse mannen kwamen 700 jaar geleden bijvoorbeeld op het idee om de naam Smith te hanteren. Bij een groep mannen met dezelfde zeldzame achternaam blijkt het Y-chromosoom veel vaker overeen te komen dan bij mannen met een veelvoorkomende achternaam.

Bij die veelvoorkomende achternamen is het echter wel mogelijk om mannen in groepen in te delen met dezelfde oorspronkelijke stamvader. Misdadigers die Jansen of De Vries heten kunnen zo dus toch worden opgespoord.

Een groter probleem vormen onechte kinderen en adopties. In deze gevallen heeft de zoon wel de achternaam maar niet het Y-chromosoom van de vader.

Een jaar geleden werd al bekend dat het mogelijk is aan de hand van DNA huidskleur, haarkleur en oogkleur vast te stellen. Over een paar jaar zou het opsporen van daders bij CSI wel eens heel voorspelbaar en saai kunnen worden.

Bron: University of Leicester

Onderwerpen