Een team onderzoekers van de Vrije Universiteit Brussel onder leiding van Ilse Rooman heeft in de pancreas (alvleesklier) van gezonde mensen een cel ontdekt die veel gelijkenis vertoont met de agressiefste pancreaskankercellen. Hun bevindingen zijn gepubliceerd in het tijdschrift Gut.

Cancer of the pancreas

Een team onderzoekers van de Vrije Universiteit Brussel onder leiding van Ilse Rooman heeft in de pancreas (alvleesklier) van gezonde mensen een cel ontdekt die veel gelijkenis vertoont met de agressiefste pancreaskankercellen. Hun bevindingen zijn gepubliceerd in het tijdschrift Gut.

Pancreatic ductal adenocarcinoma (PDAC) is een vorm van kanker waarover nog veel onduidelijk is. In verschillende PDAC-patiënten zijn twee moleculaire subtypes geïdentificeerd, klassiek en basaal, waarbij het laatste de slechtste prognose heeft. In het basale subtype worden de tumorcellen aangestuurd door de basale celtranscriptiefactor ΔNp63, een isovorm van tumoreiwit P63, zelf weer familie van het bekende tumorsuppressie-eiwit P53. Tot nu toe ging men ervan uit dat dergelijke cellen niet voorkwamen in een gezonde pancreas, maar de ontdekking van de Vlamingen laat nu zien dat dat wel degelijk het geval is.

In een gezonde pancreas vertoont slechts 1 op de 20.000 cellen de kenmerken die lijken op de tumorcellen, ontdekte Rooman. In andere organen waar tumoren van een vergelijkbaar subtype kunnen ontstaan, is de rol van deze cellen al beschreven. De cellen komen vaker voor bij patiënten met een chronische ontsteking in de alvleesklier – een bekende risicofactor voor alvleesklierkanker. 90% van de patiënten met deze vorm van kanker overlijdt binnen vijf jaar.

Rooman zegt in een persbericht over de ontdekking van de zeldzame cel: ‘Wij konden deze cellen ook niet terugvinden in de meest gebruikte diermodellen. Dit kan ook verklaren waarom men tot nu toe aannam dat deze cellen niet bestonden in de pancreas. Waarschijnlijk zijn deze diermodellen, waar nochtans tot nu toe de meeste bevindingen op steunden, onbruikbaar om dit type tumor specifiek te gaan bestuderen.’

Martens, S., Coolens, K., Van Bulck, M. et al. (2021) Gut; http://dx.doi.org/10.1136/gutjnl-2020-322874