Californische zeeolifanten zitten zo vol kwik dat ze een serieus milieuprobleem vormen wanneer ze vervellen. En eigenlijk valt daar niets aan te doen, blijkt uit een studie van de University of California in Santa Cruz.

Dát die zeeolifanten (Mirounga angustirostris) vol kwik zitten is niet zo vreemd, gezien hun positie aan het eind van de voedselketen. In Proceedings of the Royal Society B meldde een andere groep van de UCSC een paar maanden geleden al dat bijna al deze dieren een hoeveelheid methylkwik in het bloed hebben die boven de drempel voor neurotoxiciteit zit - althans bij mensen, want niemand weet hoeveel kwik een zeeolifant precies kan hebben.

Typisch voor die dieren is dat ze maar twee keer per jaar aan land komen: één keer om te jongen en één keer om te vervellen. Dat laastste gaat nogal heftig: de complete opperhuid komt er met haar en al in grote vellen af, en de zeeolifant moet vervolgens een maandje aan land blijven tot alles weer een beetje is aangegroeid.

In 1981 was al eens vastgesteld dat de mosselen in de buurt van een zeeolifantenkolonie op dat moment meer methylkwik bevatten dan gemiddeld. Maar indertijd waren er geen analysetechnieken die gevoelig genoeg waren om ook kwikconcentraties te meten in het zeewater zelf.

Inmiddels zijn die er wel. In PNAS beschrijven UCSC-onderzoekers nu metingen met cold vapor atomic fluorescence spectroscopy, een techniek die gebruik maakt van het feit dat kwik als enige metaal bij kamertemperatuur verdampt. Bij het reservaat van Año Nuevo, niet ver van de universiteit, stelden ze vast dat de kwikconcentratie in het water verdubbelt tijdens het voortplantingsseizoen. Er zitten daar zo’n vierduizend zeeolifanten en als die vervellen is de concentratie zelfs 17 keer hoger dan de rest van het jaar.

Dat kwik is grotendeels afkomstig van bronnen aan land, zoals kolencentrales en voormalige goudmijnen die het gebruikten om edelmetaal af te scheiden uit erts. Je zou verwachten dat het zich over de hele oceaan verspreidt maar dankzij die zeeolifanten blijkt een deel dus voortdurend terug te komen naar de kustwateren. Op basis van het totale aantal zeeolifanten (en enkele andere zeehondensoorten die eveneens vervellen) schatten de auteurs dat het voor de hele westkust van de VS en Mexico neerkomt op 10 tot 12 kg puur kwik per jaar.

Uiteraard kun je die beesten niet met goed fatsoen wegsturen. En waarschijnlijk zijn ze iets te agressief voor een vrijwilligersactie om hun vellen te rapen, dus het zou wel eens kunnen dat dit probleem onoplosbaar is.

bron: UC Santa Cruz