Hongersnood gedurende de eerste 10 weken van de zwangerschap verandert de methylering van het DNA van de ongeboren vrucht voorgoed. Overlevenden van de winter van 1945 leveren het bewijs, schrijven Leidse en Amerikaanse onderzoekers in het International Journal of Epidemiology.

Wat laatste auteur Bertie Lumey betreft is de boodschap vooral dat die methylering dus grotendeels wordt bepaald op een moment dat de moeder vaak nog niet eens wéét dat ze zwanger is. Waarbij je gerust mag aannemen dat er heel wat meer risicofactoren zijn dan alleen maar ondervoeding.

Die hongerwinter, in het artikel omschreven als een ‘quasi-experimental setting’, is door Lumey en collega’s al vaker gebruikt om het verband te bestuderen tussen ondervoeding en de gezondheid van de nakomelingen. In 2003-2005 namen ze daartoe bloed af van 422 mensen die in of kort voor die winter waren verwekt.

Waarbij ze die winter overigens definiëren als de periode van 26 november 1944 tot 15 mei 1945; het gemiddelde rantsoen lag toen onder de 900 kilocalorieën per dag, wat in deze publicatie geldt als definitie van hongersnood. De op grond van ziekenhuisgegevens geschatte conceptiedatum geeft dan aan of de ongeboren vrucht er in de eerste 10 weken van de zwangerschap aan is blootgesteld, of pas later.

Naar de methylering van het DNA, die de activiteit van bepaalde genen regelt, was daarbij nog maar heel beperkt gekeken om de simpele reden dat er technisch nog niet méér mogelijk was. Maar de bloedmonsters lagen nog in de vriezer en dankzij Illumina Infinium Human Methylation 450k BeadChip-arrays , waarmee je voor het eerst naar de methylering van een groot aantal genen tegelijk kunt kijken, is die omissie nu alsnog goed gemaakt.

De resultaten bevestigen het vermoeden uit de eerdere, beperktere studies: alleen die eerste 10 weken zijn belangrijk voor de methylering. Als de moeder dán al honger heeft, vertoont haar kind daar op zijn 59e nog significante afwijkingen in, waarbij met name genen lijken te worden beïnvloed die met groei, ontwikkeling en metabolisme te maken hebben. Komt de honger ná de tiende week, dan zie je die verschillen niet.

De onderzoekers hebben afzonderlijk gekeken naar kinderen die in de periode maart-mei 1945 zijn verwekt, toen er echt vrijwel niets meer te eten was. Daarbij lijken de verschillen nog iets groter.

bron: Columbia University