Menselijke urine bevat een stuk of 3.000 stoffen waar de medische diagnostiek nog niets mee doet. Hoog tijd om er veel intensiever gebruik van te gaan maken, stellen Canadese onderzoekers die zojuist een gedetailleerde kaart van het menselijk urinemetaboloom online hebben gezet.

Ze hebben er met zijn twintigen een jaar of zeven aan gewerkt.

In een begeleidend artikel in PLOS One leggen ze uit dat het een combinatie is van literatuuronderzoek en eigen analyses. Voor die laatste hebben ze zo veel mogelijk verschillende technieken gebruikt. Enerzijds om zo veel mogelijk te vinden, anderzijds om in beeld te krijgen wanneer je welke techniek het beste kunt gebruiken.

In eerste instantie vonden ze zo 445 unieke metabolieten waarvan 209 met NMR-spectrometrie, 179 met de combinatie gaschromatografie/massaspectrometrie (GS-MS), 127 met ‘direct flow injection’-massaspectrometrie (DFI/LC-MS/MS), 40 met inductief gekoppeld plasma-massaspectrometrie (ICP-MS),en 10 met HPLC-vloeistofchromatografie.

Uit de literatuurstudie kwamen nog eens 2.206 verbindingen naar voren die al eerder waren gedetecteerd. Dat geeft een totaal van 2.651, en omdat van sommige metabolieten verschillende varianten bestaan kom je uiteindelijk op 3.079 molecuulstructuren uit. Op z’n minst. De concentraties zijn vaak zeer laag maar bij 1.350 is het gelukt om een kwantitatieve meting te doen.

De onderzoekers hebben tevens becijferd dat hierbij vertegenwoordigers zitten van 250 groepen stoffen. Voor zover bekend bevat het menselijke metaboloom 356 van die groepen, dus een ruime meerderheid zit er in. Speeksel en hersenvocht zijn veel minder divers.

Volgens projectleider David Wishart komen in de meeste medische leerboeken maar 50 tot 100 urinebestanddelen voor, en wordt meestal maar op 6 of 7 van die stoffen daadwerkelijk getest. Je moet dus veel meer met die urine kunnen doen, ter vervanging van bloedtesten en weefselbiopsieën die veel belastender voor de patiënt zijn.

Mede dankzij zijn onderzoek zijn al urinetests in de maak voor darm- en prostaatkanker, coeliakie, colitis, longontsteking en afstotingsverschijnselen bij donororganen, zo weet hij te melden.

bron: University of Alberta

Onderwerpen