Sarcosine (boven) en L-alanine.

Sarcosine is mogelijk tóch een bruikbare biomarker voor prostaatkanker. Op voorwaarde dat je het niet met alanine verwart, claimen onderzoekers van het National Cancer Institute (VS) in het tijdschrift Analytical Chemistry.

Tot nu toe is de waarde van sarcosine (ook bekend als N-methylglycine) als biomarker nogal omstreden. In 2009 werd in Nature geclaimd dat het een signaal is dat een prostaattumor zich niet meer koest houdt en dreigt te gaan uitzaaien. Echt goed reproduceerbaar bleek dat onderzoek echter niet.

Volgens Tamra Meyer, Steven Fox en collega’s zijn de twijfels in de wereld gekomen doordat sommige analyseprotocollen geen onderscheid maken tussen sarcosine en alanine. Beide aminozuren zijn varianten op het thema C3H7NO2. Als je ze met HPLC-vloeistofchromatografie probeert te scheiden is de kans groot dat het niet lukt omdat ze allebei even hard door de kolom gaan. En de achter de HPLC geschakelde massaspectrometer ziet het verschil ook niet.

Het vervelende is dat alanine behoort tot de 20 aminozuren waar menselijke eiwitten uit worden opgebouwd. Je kunt er dus op rekenen dat serum- of urinemonsters, die je analyseert op sarcosine, tevens alanine bevatten.

Meyer en Fox hebben een simpele oplossing bedacht. Voor de analyse voegen ze dansylchloride (5-(dimethylamino)naftaleen-1-sulfonylchloride) toe aan het monster. Die stof reageert alleen met primaire amines, dus wel met alanine maar niet met sarcosine. Na afloop is het uit elkaar houden van die twee een fluitje van een cent.

De onderzoekers kunnen nu 5 ng sarcosine in een ml serum detecteren. Dat is ruim voldoende: de ervaring leert dat gezonde vrijwilligers ongeveer 50 ng/ml in hun bloed hebben.

Blijft de vraag of sarcosine nu wel of niet bruikbaar is als biomarker. Het wachten is tot iemand de eerdere onderzoeken nog eens zorgvuldig overdoet.

Naschrift: Eduard Struys (VUmc) wijst ons op een recente publicatie in Annals of Clinical Biochemistry waarin hij tot de conclusie komt dat sarcosine in plasma absoluut géén bruikbare biomarker is. En Struys' analyseprotocol zag het verschil met alanine wèl.

bron: C&EN

Onderwerpen