In Australië zou het aantal gevallen van baarmoederhalskanker met de helft zijn gedaald door HPV-vaccinatie. Hoe zit dat precies en hoe staat het in Nederland met het vaccinatieprogramma?
Australië was precies tien jaar geleden een van de eerste landen die vaccinatie tegen humaan papillomavirus (HPV) invoerde. Een meta-analyse in het wetenschappelijke tijdschrift Clinical Infectious Diseases toont aan dat het werkt: het aantal gevallen van baarmoederhalskanker is met de helft gedaald en het aantal infecties met het virus is met 90 % afgenomen. Het geeft een voorproefje van het resultaat van de campagne in Nederland, die vier jaar later begon.
Seksueel contact
HPV is de hoofdoorzaak van baarmoederhalskanker en verklaart ook een deel van het ontstaan van kanker in het hoofdhalsgebied en de anus, bij zowel mannen als vrouwen. Het virus verspreidt zich vooral via seksueel contact. De meeste mensen komen tijdens hun leven in contact met HPV, waarop meestal blijvende immuniteit volgt. Bij een klein percentage krijgt het immuunsysteem echter onvoldoende grip op het virus en ontstaat een chronische infectie. In de baarmoederhals kan dat uitmonden in baarmoederhalskanker. Daarom krijgen vrouwen in Nederland vrouwen regelmatig een uitstrijkje.
Gynaecologisch oncoloog Gemma Kenter nuanceert de berichten enigszins, omdat volgens haar de Australische berichten gaan over een afname in detectie van afwijkende voorstadia. Kenter is hoofd van het CGO-Amsterdam, een samenwerkingsverband van alle gynaecologisch oncologen in de hoofdstad. ‘Australië ligt voor met vaccineren, maar het is te vroeg om dat nu al terug te zien in het aantal gevallen van baarmoederhalskanker.’
‘Als we jongens ook gaan vaccineren, wordt het breder geaccepteerd’
Nederland begon in 2010 met vaccineren van meisjes in de leeftijd van 12 jaar, plus een inhaalgroep van 13- tot 15-jarigen. Het duurt even voordat je dat terug ziet in de bevolkingsscreening op baarmoederhalskanker, aldus Kenter. ‘De eerste ronde screening vindt plaats als deze vrouwen dertig jaar worden. Op zijn vroegst kunnen we in 2025 gaan zien of het aantal afwijkingen inderdaad afneemt, niet alleen van kanker, maar ook de voorstadia.’
Het opkomstpercentage bij de Nederlandse HPV-vaccinatie lag vorig jaar op 61 %, iets hoger dan het jaar ervoor. Bij aanvang van de campagne in 2010 lag het percentage op 56 %. Toch blijft het een stuk lager dan ramingen van de adviescommissie HPV-vaccinatie van de Gezondheidsraad, waarin Kenter zitting had. ‘We gingen uit van een opkomstpercentage van 80 %, omdat in Nederland de opkomstpercentages bij babyvaccinatie ook boven de 90 % liggen.’
Ingrijpende ziekte
Rond de invoering stonden de media bol van discussie over eventuele bijwerkingen, en twijfels over de noodzaak. Kenter: ‘Er zijn nog altijd mensen die zeggen dat een christelijk meisje geen HPV oploopt, maar uiteindelijk maakt de meerderheid van de bevolking een infectie door. En baarmoederhalskanker is een ingrijpende ziekte, die vooral jonge vrouwen treft.’ In Nederland overlijden er jaarlijks tweehonderd vrouwen aan.
Er zijn wereldwijd grote verschillen in de acceptatie en invoering van HPV-vaccinatie. Scandinavië en sommige staten in de VS halen hoge percentages en bieden vaccinatie soms ook aan jongens aan, als bescherming tegen mond-, keel- en anuskanker. In België en Duitsland ligt het aantal gevaccineerden veel lager, en in Japan is het overheidsprogramma na veel discussie en lage opkomst gestopt.
Kenter vermoedt dat de lage opkomst in Nederland iets te maken heeft met een neergaande beweging in de waardering van vaccins. Daarnaast speelt het seksuele aspect van de infectie een rol, denkt ze. ‘Ik denk dat we de HPV-vaccinatie breder geaccepteerd zouden krijgen als we jongens ook vaccineren. Dat zou het onderwerp veel minder beladen maken.’
Nog geen opmerkingen