De interactie tussen een geneesmiddel en zijn doelenzym is te detecteren aan de hand van een temperatuurverschil. In Nature Communications beschrijven de Canadese onderzoekers hun universele methode.

De groep van Tony Mittermaier gebruikte ‘isothermal titration calorimetry’ (ITC) voor zijn experimenten. Met ITC kunnen onderzoekers de interactie tussen enzym en substraat meten. De temperatuur van het monster met enzym en substraat wordt vergeleken met die van een referentievloeistof. Het zeer kleine temperatuurverschil wordt vervolgens gebruikt om te bepalen hoe de enzym-substraat interactie verliep. Dit werkt voor zowel reacties die energie kosten, waardoor de temperatuur daalt, als reacties waarbij energie vrijkomt, waardoor de temperatuur stijgt.

Voor dit onderzoek hebben Mittermaier en collega’s niet alleen de interactie tussen enzymen en substraten, maar ook combinaties met enzymremmers bestudeerd. Ze hebben eerst het enzym en het substraat een evenwicht laten vormen in het ITC-apparaat. Daarna is de enzymremmer toegevoegd. Met een toenemende remmerconcentratie nam de interactie tussen enzym en substraat af. Uit de ITC-resultaten kunnen de onderzoekers afleiden met welke snelheid de interacties tussen enzym en remmer plaatsvinden.

Groot voordeel van de ITC-methode is dat zij toepasbaar is op alle enzymen en hun remmers. Als de remming van een enzym bestudeerd wordt met een substraat dat van kleur verandert door omzetting, is het nodig om voor elk enzym een eigen substraat te ontwikkelen.

De groep van Mittermaier hoopt dat de nieuwe methode gebruikt zal worden bij de ontwikkeling van enzymremmende geneesmiddelen.

Bron: Nature Communications