Virusdetectie met ‘microcantilevers’ nu praktisch mogelijk

In Ierland is een methode bedacht om membraaneiwitten op een trillend microspringplankje te monteren, zodat je ze kunt gebruiken als detector voor specifieke virussen in een vloeistof. Dat was al eerder bedacht maar het is voor het eerst dat het ook echt werkt, zo meldt nanobiotechnoloog Martin Hegner (CRANN, Dublin) op de website van Nature Nanotechnology.

De springplankjes (‘microcantilevers’) zijn 0,5 mm lang en slechts een micrometer dik. Als je ze in trilling brengt, dan is de trilfrequentie afhankelijk van de massa. Hij verandert dus wanneer bijvoorbeeld een virus aan de springplank blijft hangen. Uit de frequentieverschuiving is zelfs de massa van dat virus vrij nauwkeurig af te leiden.

De meeste virussen binden zich specifiek aan eiwitten in de wand van de cel die ze willen infecteren. Bevestig je zo’n membraaneiwit aan een microcantilever, dan heb je in principe een biosensor. Zodra zich een virus aan het eiwit hecht, zal de trilfrequentie immers veranderen.

Het is echter lastig om zo’n eiwit stevig aan een cantilever te hechten zonder dat het zijn activiteit verliest. Bovendien plegen virussen zich in bloed of een andere lichaamsvloeistof te bevinden, en vloeistoffen hebben de neiging om trillingen zeer sterk te dempen.

In Dublin denken ze nu beide problemen te hebben opgelost. Ze meten bij hogere frequenties dan gewoonlijk, om minder last van de demping te hebben. En ze laten de eiwitten van tevoren uitkristalliseren in vetbolletjes (liposomen), die ze vervolgens met een soort inkjetprinter op de cantilevers spuiten.

Het is al gelukt om met zo’n cantilever-array een sub-picomoliare concentratie van een virus kwantitatief te meten.

bron: NatureNews

Onderwerpen