In wetenschappelijke publicaties moet de software, waarmee metingen zijn geïnterpreteerd, net zo goed reproduceerbaar zijn als de experimenten zelf. Vindt de redactie van Nature Biotechnology, die voor het eerst haar peer reviewers instructies in die richting wil gaan geven.

Voortaan moeten de reviewers op zijn minst checken of de gebruikte software beschikbaar is voor onderzoekers die dat wél willen doen. Bij voorkeur moeten de auteurs daartoe hun broncodes parkeren in een publiek toegankelijke repository. Er loopt nog een onderzoek naar de mogelijkheid om de reviewers over de schouders van de auteurs te laten meekijken naar hun computers, bijvoorbeeld via een Docker-interface.

Waarbij wordt aangetekend dat sinds oktober 2014 eigenlijk al voor álle Nature-publicaties de verplichting geldt dat je moet aangeven waar je je software vandaan hebt. Maar dat een ander er ook daadwerkelijk bij moet kunnen, was tot nu toe geen eis.

De maatregelen zijn ingegeven door het groeiende aantal publicaties dat achteraf moet worden ingetrokken omdat fouten in de software de conclusies vertekenden. Als voorbeeld wordt een recent ingetrokken publicatie in Global Change Biology genoemd, die voorspelde dat planten in de VS naar het laagland trekken als het klimaat opwarmt - intuïtief denk je eerder aan de heuvels waar het koeler is, en inderdaad bleek achteraf het computermodel niet te deugen.

Onduidelijk is of Nature Biotechnology zelf al op vergelijkbare wijze op haar bek is gegaan. Wel worden twee publicaties uit 2013 geciteerd waar collega’s achteraf nogal verbaasd over waren. Inmiddels hebben de auteurs hun huid gered door over de brug te komen met meer details over de gebruikte broncodes, als bewijs dat ze wel degelijk gelijk hadden. Maar toch.

bron: Nature