Sequenties uit houtschimmel helpen biobrandstofproductie vooruit

Amerikaanse onderzoekers hebben de genetische opbouw van de bruinrotschimmel Postia placenta in kaart gebracht. Ze weten nu ongeveer hoe deze schimmel er in slaagt om hout af te breken en hopen dat de biobrandstoffenindustrie hier zijn voordeel mee kan doen, zo melden ze op de website van PNAS.

Hout bestaat voornamelijk uit twee componenten: lignine en cellulose. Van die twee is lignine verreweg het moeilijkste af te breken. Witrotschimmels zijn er toe in staat maar P. placenta probeert het niet eens: in elk geval heeft hij er de genen niet (meer) voor.

Om toch bij de cellulose te kunnen komen heeft de schimmel iets anders bedacht. Het lijkt er sterk op dat hij enymen aanmaakt die Fe2+ en H2O2 kunnen genereren. Die combinatie kan weer hydroxylradicalen vormen, via een zogeheten Fentonreactie. En zulke radicalen zijn uitstekend in staat om cellulose te depolymeriseren tot glucose, terwijl ze zo klein zijn dat ze niet door de lignine worden tegengehouden.

Een lignineskelet zonder cellulose is niet stevig genoeg om overeind te blijven, vandaar dat bruinrot aardig wat economische schade aanricht. Mogelijk is de opgedane genetische kennis ook te gebruiken om de schimmels te bestrijden.

bron: DOE/Joint Genome Institute

Onderwerpen