Ventilatiegaatjes in sigarettenfilters bevorderen statistisch gezien het ontstaan van longadenocarcinoom. Reden te meer om ze te verbieden, suggereert een review-artikel in het Journal of the National Cancer Institute.

In de Volkskrant verwelkomt advocate Bénédicte Ficq, die in Nederland de tabaksindustrie voor de rechter wil slepen wegens misleiding, de publicatie als welkome extra munitie. Dat vrijwel niemand in Nederland hem gaat lezen, als gevolg van een conflict tussen de universiteiten en uitgever Oxford Publishing, is natuurlijk wel een beetje jammer.

De gaatjes in kwestie zijn een halve eeuw geleden bedacht om te sjoemelen met officiële sigarettentests. Voor die tests worden gestandaardiseerde rookmachines gebruikt die alleen het topje van het filter omklemmen. De gaatjes zitten halverwege en blijven tijdens de test open, zodat de machine valse lucht aanzuigt. De totale hoeveelheid aangezogen gas is onderdeel van het testprotocol en blijft gelijk, slechts een deel daarvan komt echt uit de brandende tabak, dus het lijkt alsof daar minder schadelijke stoffen uit vrij komen.

Een menselijke roker pakt het filter anders beet en sluit met vingers en/of lippen de gaatjes af, zodat hij wél de volle mep uit de tabak zuigt.

Het gekke is dat sinds de introductie van die gaatjes een verschuiving is opgetreden tussen verschillende vormen van longkanker. Het percentage longadenocarcinoom is gestegen ten koste van de rest. Of rokers ook in absolute zin meer kans op longkanker hebben gekregen is niet helemaal duidelijk, maar het lijkt er op van wel.

Over het verband tussen adenocarcinoom en die gaatjes is al heel wat geschreven. De huidige review zet citaties uit 3.284 gepeerreviewde publicaties op een rij, plus gelekte interne informatie van sigarettenfabrikanten.

Als je al die puzzelstukjes aan elkaar legt, lijkt het vooral te komen doordat de roker de gaatjes vaak niet helemaal afdekt en óók valse lucht aanzuigt. Ten eerste beïnvloedt dat de verbranding van de tabak: het vuur wordt minder aangejaagd, de temperatuur daalt en er vormen zich andere, sterker carcinogene verbrandingsproducten dan anders.

Ten tweede gaat de roker fanatieker inhaleren om ondanks de valse lucht de gewenste portie nicotine binnen te krijgen. Daardoor dringen de carcinogene verbindingen dieper door in de longen en bereiken vaker de cellen die gevoelig zijn voor het ontstaan van adenocarcinoom.

Het derde effect is psychisch: omdat er ‘light’ op de sigaretten staat, denken rokers dat het weinig kwaad kan om er nóg maar eentje op te steken.

De Volkskrant citeert de Maastrichtse hoogleraar Onno van Schayck, die op basis van deze publicatie spreekt van een ‘aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid’ dat de gaatjes adenocarcinoom veroorzaken. De bal ligt nu bij de autoriteiten: het Nederlandse RIVM laat in dezelfde krant doorschemeren dat het ministerie van VWS dringend iets tegen die gaatjes moet doen, en de Amerikaanse FDA zegt de publicatie te ‘evalueren’.

bron: Volkskrant