Van het menselijke metabolisme wordt resveratrol niet slechter maar juist beter. Dat verklaart wellicht waarom dit roemruchte bestanddeel van rode wijn veel meer effect op de gezondheid kan hebben dan je op grond van nuchtere berekeningen zou vermoeden, denken onderzoekers van de University of Leicester.

Tot nu toe kwam uit die berekeningen dat het eigenlijk helemaal niet kón dat resveratrol bij labmuizen helpt tegen kanker, hart- en vaatziekten, neurodegeneratieve ziektes en voortijdige veroudering. Los van het feit dat alle tot nu toe aangedragen verklaringen voor de werking boterzacht zijn, rekent het metabolisme ook nog eens pijlsnel af met deze stof. Om een medisch enigszins relevante concentratie in het lichaam te realiseren zou je de dosis zo sterk moeten verhogen dat ze toxisch wordt.

Maar Karen Brown en collega’s melden nu in Science Translational Medicine dat de metabolieten in werkelijkheid fungeren als reservevoorraad.

De meest voorkomende metabolieten blijken reveratrol-4’-O-glucuronide, resveratrol-4’-O-sulfaat en resveratrol-3-O-sulfaat te zijn. Tot nu toe zijn die stoffen eigenlijk nooit kwantitatief gemeten; dat kón ook niet omdat er geen standaardoplossingen beschikbaar waren om de analyse-apparatuur mee te ijken. In Leicester hebben ze die standaarden nu wèl bereid, door de stoffen in kwestie in het lab te synthetiseren.

Toen ze vervolgens nog eens met vloeistofchromatografie (HPLC-UV) keken naar bloedplasmamonsters die waren overgebleven van eerdere resveratrol-experimenten, bleek de metabolietconcentratie ongeveer drie keer zo hoog te zijn als eerder was geschat.

En de volgende ontdekking was dat met name de sulfaten net zo goed een celmembraan kunnen passeren als kale resveratrol. Of die sulfaten daarna biochemisch iets kunnen uitrichten hebben de onderzoekers niet kunnen vaststellen. Dat doet er ook niet zo toe, want eenmaal in de cel blijken de sulfaten te worden gedesulfateerd door natuurlijke sulfatase-enzymen. Het eindproduct is het resveratrol van vóór het metabolisme - en dat dát effect heeft op cellulaire processen, staat wel vast.

De publicatie suggereert dat dankzij dit mechanisme de resveratrolconcentratie in een cel wel degelijk ver genoeg kan oplopen om een klinisch aantoonbaar effect te genereren.

Dat hoeft overigens niet per se een positief effect te zijn. Een publicatie in het American Journal of Pathology maakte deze week duidelijk dat multiple sclerose-achtige symptomen bij muizen juist worden verergerd door resveratrol. Een echt goede verklaring voor dit verschijnsel is er nog niet.

bron: University of Leicester

Onderwerpen