We hopen allemaal dat de informatie op voedingsmiddelen betrouwbaar is. Producenten en toezichthoudende instanties controleren routinematig of voedingsmiddelen aan de gestelde normen voldoen. Toch zijn er altijd fraudeurs die wachten op een kans om toe te slaan. Maar ook zonder dat er opzet in het spel is, kan de veiligheid van voeding in het geding zijn. Het detecteren van ongewenste ‘ingrediënten’ is een lastige klus. ‘We hebben altijd te weinig geld en capaciteit om alles te meten wat we zouden willen.’

Het is april 2021. De Rechtbank Overijssel veroordeelt twee bestuurders van de bedrijven Chickfriend en Chickclean tot een jaar gevangenisstraf voor het gebruik van fipronil bij pluimveebedrijven in Nederland en het in gevaar brengen van de volksgezondheid. De bestuurders boden hun ‘wondermiddel’ aan als oplossing voor de pluimveesector, terwijl ze wisten dat het verboden middel fipronil erin zat. Tussen 2015 en 2017 reinigden beide bedrijven de stallen van ongeveer 20% van alle pluimveehouders in Nederland. Toen dit in 2017 aan het licht kwam werden honderden pluimveebedrijven stilgelegd, miljoenen kippen gedood en tientallen miljoenen eieren vernietigd.

De economische schade van het fipronilschandaal was enorm, maar de gezondheidsrisico’s voor reguliere consumenten waren zeer klein. Er zou in theorie gezondheidsschade kunnen optreden, met name bij jonge kinderen, maar alleen als ze ongewoon grote hoeveelheden besmette eieren zouden eten of een speciale gevoeligheid voor fipronil zouden hebben. De echte verliezers in dit schandaal waren de pluimveehouders. Zij moesten hun producten en dieren op grote schaal vernietigen en prijzige saneringsmaatregelen nemen om de verboden stof uit hun stallen te krijgen.

Zand

Eveline Notebaert

Eveline Notebaert

Eveline Notebaert is consultant voedselveiligheid en schrijfster van het boek Voedselfraude.

Fraude met voedsel komt vaak pas aan het licht als er een risico voor de voedselveiligheid is, zegt Eveline Notebaert, consultant voedselveiligheid bij Q-Support in Melle en schrijver van het boek Voedselfraude. ‘Als mensen ziek worden, komt er automatisch een onderzoek.’ Ze is ervan overtuigd dat we de meeste fraude met voedsel niet terugvinden, omdat daders zó frauderen dat we er niet ziek van worden. Opsporen wordt steeds moeilijker. ‘Een geïnformeerde fraudeur weet dat hij geen water aan melk moet toevoegen, want dat valt op. Ze doen juist iets wat niet makkelijk te detecteren is en waar we niet ziek van worden, maar waar zij wel aan verdienen.’ Notebaert noemt fraude met gemalen kruiden als voorbeeld. ‘Ik ben ervan overtuigd dat als je gemalen kruiden koopt, er fijngemalen blaadjes of takjes in kunnen zitten. Dat kan per toeval gebeurd zijn. Ik verwacht dat fraudeurs in bepaalde gevallen bijvoorbeeld een fractie zand toevoegen. Dat merk je niet, je wordt er niet ziek van en de fraudeur wint geld, maar zand is geen voedsel. Bewijzen dat het expres was is lastig.’ In Nederland en Vlaanderen zijn producenten zelf verantwoordelijk voor de voedselveiligheid. Het maakt daarbij niet uit of het om een productiefout of om een fraudeur gaat. De wetgever vraagt bedrijven om te traceren wie hun leveranciers en klanten zijn, oftewel om één stap naar voren en naar achteren te zetten in de keten. Zodoende controleren alle schakels in de keten elkaar.

Notebaert begeleidt bedrijven bij het uitbouwen en onderhouden van een certificeringssysteem. Daarnaast voert ze bij bedrijven interne audits uit ter voorbereiding voor certificering. Ze publiceerde haar boek in 2017, kort nadat de fipronileieren in het nieuws kwamen. De aanleiding voor het boek was een eerdere grote fraudezaak: het paardenvleesschandaal van 2013. Ierse voedselinspecteurs ontdekten een diergeneesmiddel dat alleen bij paarden werd gebruikt in een rundvleeslasagne. Het was in de eerste instantie geen voedselveiligheidszaak, maar een frauduleuze etikettering. Nader onderzoek wees uit dat er op grote schaal goedkoop paardenvlees als duurder rundvlees werd verkocht. Die zaak stuurde een ware schokgolf door Europa. Notebaert: ‘De voedingsindustrie is toen alerter op fraude geworden. Het was een wake-up call, zonder dat daar veel zieken of doden voor nodig waren.’

‘Het paardenvleesschandaal was een wake-up call’

Eveline Notebaert

Consequenties

Bernadette Ossendorp

Bernadette Ossendorp

Chief Food Safety Officer bij de NVWA

De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) controleert of producenten veilig voedsel op de markt brengen. Ze voeren inspecties uit en sporen daarnaast fraude op. Dat laatste gebeurt bij de IOD (Inlichtingen en Opsporingsdienst). De inspecties betreffen voor een groot deel papieren controle op metingen die bedrijven zelf uitvoeren. Bij overschrijding van de wettelijke norm hebben ze meldplicht. ‘Dat heeft consequenties’, legt Bernadette Ossendorp uit. Ze is sinds oktober 2022 chief food safety officer bij de NVWA. ‘Ze moeten hun product uit de handel halen en indien nodig consumenten waarschuwen. Soms komt het via een achterdeur weer op de markt en dat moeten we detecteren.’ Naast fysieke inspecties bij bedrijven neemt de NVWA regelmatig samples als onderdeel van reguliere inspecties. Deze gaan vervolgens naar Wageningen Food Safety Research (WFSR), het lab dat alle voedselveiligheidsanalyses voor de NVWA uitvoert. ‘Zij hebben de expertise in alle stofsoorten die je wilt analyseren en in microbiologie. Het werkt beter om analyses gecentraliseerd uit te voeren en die expertise op één plek te borgen.’ WFSR heeft ook een taak in Europese ringcontroles. Overal in Europa voeren labs dezelfde gestandaardiseerde monitoringsprogramma’s uit op voedsel om zo een beeld te krijgen wat het verschil in voedselveiligheid is tussen de verschillende lidstaten. ‘Je wilt daar overal zoveel mogelijk hetzelfde doen.’

Voor inspectie, bijvoorbeeld voor fraudeopsporing, wil je juist risicogericht samples nemen. ‘We hebben altijd te weinig geld en capaciteit om alles te meten wat we zouden willen. Je moet keuzes maken’, zegt Ossendorp. Ze vergelijkt het systeem met snelheidscontroles door de politie. ‘Alle automobilisten weten wat de maximumsnelheid is en dat de politie erop controleert. Ze weten alleen niet wanneer en waar de politie controleert. ‘Wij kunnen ook niet constant bij elk bedrijf kijken of het daar goed gaat. Daarom voeren we zowel geplande als ongeplande controles uit.’ Consumenten en producenten kunnen verdachte situaties en ziektegevallen door voedsel melden. De NVWA heeft een meerjarig handhavingsplan waarin vrije ruimte is voor meldingen en verdachte situaties. Het fipronilprobleem kwam ook voor het eerst naar voren in een anonieme tip.

‘Wij kunnen niet constant bij elk bedrijf kijken of het daar goed gaat’

Bernadette Ossendorp

Zorgvuldig

Fraude opsporen blijft complex, benadrukt Notebaert. Over het algemeen geldt: hoe korter de keten, hoe kleiner de kans op fraude. Als je analyses wilt gebruiken in een officiële certificering of controle, moet het lab een accreditatie hebben. ‘Ze moeten volgens vastgelegde procedures werken. Het probleem is dat een accreditatie geldt voor één stof in één type product. Als een bedrijf met iets anders komt is het lab daar niet altijd voor geaccrediteerd. Zonder accreditatie trekken we de betrouwbaarheid van de analyse in twijfel. Je moet dus een zorgvuldige methode ontwikkelen en die accrediteren voor je aan de slag kunt. Zeker jonge bedrijven onderschatten en vergeten dat.’ In een constant veranderende en complexe markt moet je als inspecteur op je hoede zijn. Conflicten zoals de oorlog in Oekraïne veroorzaken schaarste, dat drijft de prijs omhoog en daar willen fraudeurs gebruik van maken, zegt Notebaert. Fraudedetectie is hierin essentieel, maar lastig, omdat er zoveel verschillende manieren zijn waarop een fraudeur te werk kan gaan. ‘Chemici kunnen methodes gevoeliger maken en een grotere diversiteit in methodes creëren, zodat je alle levensmiddelen kunt analyseren.’ De gemiddelde chemicus kan chemofobie nuanceren, zegt Ossendorp. ‘Consumenten zijn soms bang voor de verkeerde dingen, zoals additieven en alles wat ze als chemisch zien. Terwijl sommige additieven ook van nature in eten en drinken voorkomen. Zo is additief E300 gewoon vitamine C.’ Maar de meest giftige stoffen komen uit de natuur. Zo geven de micro-organismen in rauwe kip een acuut toxisch effect. Bij chemische stoffen is er vaak pas een risico voor de gezondheid bij chronische bloostelling. ‘Chronische blootstelling krijg je als je een bepaalde stof je leven lang dagelijks binnenkrijgt. Dat gebeurt niet zo snel via voedsel. De dosis en innamefrequentie bepalen het effect.’

Melaminemelk

De allerergste fraudezaak die Notebaert in haar boek beschrijft is de melaminezaak uit 2008. Melamine (C­3H6N6) is een synthetisch product met een hoog stikstofgehalte, waardoor het gemeten ‘eiwitgehalte’ en dus de verkoopprijs van het product stijgt. Het is echter schadelijk voor de gezondheid. Chinese fraudeurs gebruikten zonder nadenken melamine in babyvoeding. De gevolgen waren dramatisch: minstens zes dode kinderen en ongeveer 300.000 zieke baby’s met mogelijk blijvende nierschade. Na deze zaak volgde een ware run op melkpoeder uit Nederland, dat Aziatische consumenten als veilig en betrouwbaar zagen. Deze plotselinge vraag naar babymelkpoeder leidde tot nieuwe fraudezaken (Podcast Roet in het eten, NVWA-IOD, 2022).

melk_shutterstock_197370242_web

Beeld: Shutterstock