Chemisch opslaan beter dan fysisch?

Waterstof kun je het beste in een auto meenemen als onderdeel van een vloeibare organische verbinding. Dat hield Robert Crabtree (Yale University) vorige week de leden van de American Chemical Society voor.

Het voordeel zou zijn dat je de risico’s van gasvormige waterstof onder hoge druk vermijdt. Bovendien zou je een deel van de huidige vloeibare-brandstoffen-infrastructuur kunnen hergebruiken.

Crabtrees idee is om de vloeistof over een verwarmde katalysator te leiden, die een dehydrogeneringsreactie op gang brengt. De vrijkomende waterstof dient als brandstof, de rest wordt bewaard in een tweede tank. Bij de pomp kun je hem inleveren, waarna hij in een chemische fabriek weer kan worden gehydrogeneerd.

Om de dehydrogenering te vergemakkelijken wil Crabtree een stikstofhoudende verbinding nemen. Een N-H binding laat zich immers gemakkelijker verbreken dan C-H.

Tot nu toe heeft men vooral geprobeerd om waterstof op een fysische manier op te slaan, bijvoorbeeld in de vrije ruimte van kristalroosters. Daar is echter nog geen bruikbare oplossing uit gekomen.

bron: news@nature