Studenten hebben meer waardering voor docenten die proberen goed Engels te spreken dan voor degenen die het ook echt kunnen, blijkt uit een recente Nijmeegse publicatie in het Dutch Journal of Applied Linguistics.

163 Nederlandstalige studenten mochten luisteren naar tweemaal acht Nederlands- en Engelstalige tekstfragmenten, ingesproken door mensen die varieerden van native speaker tot moderately accented. Zoals verwacht konden de studenten moeiteloos bepalen wie wie was. Dat ze de zwaarste accenten het moeilijkst konden verstaan en betrokkenen dus het minst positief waardeerden, is ook niet vreemd. Maar dat ze mensen met een licht accent sympathieker zouden vinden dan de native speaker, en zelfs aardiger dan degenen die voorlazen in het Nederlands, is een verrassing.

Het zou kunnen inhouden dat de gemiddelde Hollandse prof er verstandig aan doet zijn Engels te houden zoals het is. In opdracht van de Volkskrant bezocht een native speaker onlangs drie universitaire colleges. Twee van de docenten waren goed te volgen en de derde kon rekenen op vergiffenis. Commentaar van een Indiase student: ‘Ja, ze heeft een accent. Maar dat heeft iedereen hier, daar wen je snel aan.’

 

Technici wereldwijd schaars

Veel Nederlandse en Belgische bedrijven hebben moeite geschikte mensen te vinden. Maar elders in de wereld is het probleem veel groter, blijkt uit de jaarlijkse Talent Shortage Survey van Manpower­Group. Het uitzendbureau ondervroeg 42.300 werkgevers in 43 landen. Van hen zei 40 % moeite te hebben vacatures in te vullen, iets meer dan in 2015. Koplopers zijn Japan, Taiwan en Roemenië met respectievelijk 86, 73 en 72 %. In China is het slechts 10 % en Nederland, waar 750 bedrijven zijn ondervraagd, zit daar met 17 % niet eens zo ver boven. Van de Vlaamse bedrijven klaagde 31 %, tegen 13 % van de Waalse.

De schaarste zit in verschillende sectoren, maar geschoolde vaklieden zoals installateurs, metselaars en lassers staan wereldwijd met stip bovenaan. In Nederland blijkt het tekort aan technici echter nóg groter. Ook operators, ICT’ers, salesmanagers, artsen en chauffeurs zijn gezocht; in België staan die laatste zelfs samen met de technici op de tweede plaats.

Volgens ManpowerGroup vullen steeds meer werkgevers de gaten door hun eigen mensen bij te scholen. In Nederland doet 55 % van de ondervraagden dat en in België 51 %, drie keer zoveel als in 2015. Twee op de vijf zoekt bovendien sollicitanten buiten de voor de hand liggende talentpool. ‘De inzetbaarheid van werknemers hangt steeds minder af van wat een werknemer al weet of kan, maar steeds meer van het vermogen om te leren en dit toe te passen’, concludeert de Neder­landse Manpower-coo José Brenninkmeijer.

 

TU’s zijn vol

Als de technische universiteiten niet minstens € 450 miljoen per jaar extra krijgen, komt er bij nóg meer opleidingen een numerus fixus. Dat stelde de Twentse collegevoorzitter Victor van der Chijs, tevens voorzitter van de 4TU.federatie, onlangs in het Financieele Dagblad. Volgens hem heeft Nederland zich ‘in slaap laten sussen’ door de hoge positie op allerlei universitaire ranglijsten, vergetend dat die positie te danken is aan overheidsinvesteringen van 10 jaar geleden.

In 2017-2018 geldt zo’n numerus fixus voor acht technische bachelors. Klassieke scheikunderichtingen zijn nog niet getroffen, wel biotechnologie en moleculaire levenswetenschappen in Wageningen, technische geneeskunde in Twente en nanobiologie in Delft. Het bedrijfsleven, dat juist roept om meer technici, is laaiend.

Van der Chijs kan er ook niets aan doen. De afgelopen 10 jaar zijn de FES-inves­­te­ringen (ook bekend als de aardgasbaten) weggevallen, terwijl het aantal techniekstudenten met de helft is toegenomen. Die kosten de TU’s gemiddeld € 15.000 per persoon per jaar, terwijl de overheid nog maar € 6.000 bijdraagt. Voor investeringen in extra practicumlokalen en gespecialiseerde docenten is geen geld meer. Er moet zelfs worden bezuinigd op fundamenteel onderzoek om de gaten te vullen. En dus is er nu gewoon geen plek meer voor nóg meer studenten. Iedereen zag het aankomen, behalve de politiek. Die is nu dus aan zet.

 

Red het Nederlands

Het voortbestaan van de Nederlandse taal is in gevaar, waarschuwt de Raad voor de Nederlandse Taal en Letteren. In een recent rapport stelt ze dat een taal pas volwaardig (fully fledged) is als ze ook een bron is voor vaktalen. En dat is het Nederlands straks niet meer, als wetenschappers alleen nog in het Engels communiceren en niet meer de moeite nemen om Nederlandse vertalingen te verzinnen voor Engelstalig vakjargon. De rest van Nederland kan dan immers ook niet meer in de eigen taal discussiëren over die wetenschap. De Raad signaleert dat wetenschapsjournalisten zich nu al vaak gedwongen zien zelf maar iets te verzinnen, waardoor ‘een wildgroei aan naar eigen goeddunken vernederlandste vakterminologie dreigt te ontstaan’.

Gepleit wordt dan ook voor ‘gegarandeerde ontsluiting van wetenschappelijke kennis in het Nederlands in alle kennisdomeinen’. De Raad wil verder dat alle hogere opleidingen ruimte gaan bieden voor ontwikkeling van taalvaardigheid in het Nederlands, óók de masters waarvan twee derde nu al volledig Engelstalig is. Dat haar rapport zelf bepaald niet vrij is van Engelse woorden (keynote, peer reviewed, bachelor, master, fully fledged language…) doet intussen vermoeden dat ze er toch wel een heavy fishing float aan gaat hebben.