In Twente wordt gewerkt aan een mobiele installatie die ‘natte’ biomassa concentreert tot een materiaal met een veel hogere energiedichtheid. Dat maakt het vervoer naar de elektriciteitscentrale heel wat minder problematisch, melden de Universiteit Twente en afvalverwerker Twence uit Hengelo in een gezamenlijk persbericht.

Ze waren er overigens al langer aan bezig, maar het is voor het eerst dat ze het project uitgebreid in de publiciteit brengen.

De door de provincie Overijssel gesubsidieerde installatie wordt ontworpen binnen de vakgroep van prof. Gerrit Brem. Hij maakt gebruik van torrefactie, een mild thermisch proces waarbij de biomassa als het ware wordt geroosterd bij 250 graden Celsius en een ondermaat zuurstof. Zo stook je in de eerste plaats al het water eruit. De droge biomassa kun je dan eenvoudig vermalen en persen tot pellets, die door de initiatiefnemers worden omschreven als ‘groene steenkolen’.

Het grote voordeel is dat dit proces het volume van de biomassa sterk verkleint, en dus ook de hoeveelheid energie die nodig is om die biomassa te transporteren.

Het idee is om met de mobiele installatie naar plekken te rijden waar op dat moment veel natte biomassa beschikbaar komt. Bijvoorbeeld doordat bermen worden gemaaid, bomen worden gesnoeid of sloten worden geschoond. De groene kolen gaan vervolgens naar een elektriciteitscentrale of stookinstallatie in de buurt.

Dankzij de sterk gereduceerde transportkosten hoeft ‘in de buurt’ daarbij minder dicht in de buurt te zijn dan we van biomassa gewend zijn. Wat weer betekent dat die centrale vanuit een groter gebied kan worden gevoed, en dus zelf ook grootschaliger kan zijn.

De projectpartners hopen het apparaat over een jaar of twee klaar te hebben.

bron: UT, Twence

Onderwerpen