Het aminozuur methionine kan als basis dienen van essentiële antioxidanten wanneer de lever ze niet meer op de gebruikelijke manier aanmaakt. Onderzoekers van Montana State University en het Karolinska-instituut in Stockholm zijn er zelf verbaasd over, melden ze in Nature Communications.

De leverfuncties, waar ze op doelen, zijn het thioredoxinesysteem en het glutathionsysteem. Allebei zijn dat routes die zorgen dat de lever oxidanten kan reduceren, waarbij ze NADPH gebruiken als elektronendonor.

In de publicatie worden nu proeven beschreven met muizen waarbij beide systemen tegelijk waren platgelegd door de genen voor respectievelijk thioredoxinereductase-1 (?TrxR1) en ?glutathionreductase (?GR) uit te schakelen. Je zou verwachten dat zulke dieren niet levensvatbaar zijn. Met name GR is essentieel om glutathion, dat zijn werk als reductor heeft gedaan en daarbij zelf is geoxideerd tot glutathiondisulfide, te regenereren.

Maar die muizen zijn wél levensvatbaar, al is het op het randje.

Tot verrassing van de onderzoekers bleek methionine hier voor verantwoordelijk. Dit zwavelhoudende aminozuur kunnen zoogdieren zelf niet aanmaken, maar door consumptie van eiwitten krijgen ze er normaal gesproken voldoende van binnen. En kennelijk kan dat methionine in noodgevallen de rol van NADPH als elektronendonor overnemen.

Het lijkt er op neer te komen dat er dan via een alternatieve NADPH-onafhankelijke route toch nog glutathion wordt geproduceerd als antioxidant. Erg hard gaat het niet maar het levert precies voldoende reducerend vermogen om de levercellen op de been te houden. Dat gebeurt in samenwerking met het enzym ?cystathionin gamma-lyase: als je dat bij die muizen óók nog blokkeert sterven hun levers heel snel af.

Hoe belangrijk deze noodvoorziening in de praktijk is, is nog niet helemaal duidelijk.

bron: Montana State University