Uit metabolieten in bloedplasma is met een hoge mate van betrouwbaarheid af te leiden of iemand wel of geen rivierblindheid onder de leden heeft. Dankzij zo’n screening kunnen medicijnen voortaan veel gerichter worden uitgedeeld, zo claimen onderzoekers van het Scripps Research Institute in La Jolla, Californië.

Rivierblindheid (onchocerciasis) wordt veroorzaakt door larven (microfilariae) van de worm Onchocerca volvulus. Volgens ruwe schattingen zijn er in Afrika beneden de Sahara 37 miljoen mensen mee besmet. De infectie wordt overgebracht door vliegen. De wormen voorzaken allergische reacties onder de huid, die uiteindelijk tot blindheid kunnen leiden.

 

De larven zijn te bestrijden met het geneesmiddel ivermectine, dat door de Amerikaanse fabrikant Merck gratis wordt uitgedeeld in landen waar rivierblindheid heerst. Maar dit werkt niet tegen de volwassen wormen, en omdat die maximaal 20 jaar oud kunnen worden moet je ook 20 jaar ivermectine blijven innemen om definitief van de infectie af te zijn.

 

En het probleem was tot nu toe dat de beschikbare onchocerciasis-tests vaak vals-negatieve uitslagen geven: de wormen zitten namelijk niet in het bloed en zijn daardoor lastig op te sporen.

 

In PLoS Neglected Tropical Diseases beschrijven de Scripps-onderzoekers nu hoe ze serum van 73 Afrikanen hebben geanalyseerd met vloeistofchromatografie gevolgd door massaspectrometrie. De spectra werden onderling vergeleken en via metabolomicstechnieken (voornamelik statistische analyse) werden de relevante verschillen opgespoord.

 

Er kwamen 14 biomarkers uit die specifiek lijken te zijn voor rivierblindheid. Je kunt er zelfs het verschil mee zien tussen patiënten die wel of niet met ivermectine zijn behandeld.

 

De onderzoekers gaan nu werken aan een versie die niet alleen werkt in een goed geoutilleerd lab, maar ook als diagnostische test op het Afrikaanse platteland is te gebruiken.

 

bron: Scripps Institute

Onderwerpen