Omstreden experiment laat nauwelijks CO2-opname zien

Het ‘bemesten’ van oceanen met ijzer teneinde een CO2-absorberende algenbloei te creëren, haalt weinig uit. In elk geval niet in de Antarctische wateren, zo is de uitkomst van het Duits-Indiase Lohafex-experiment.

Het experiment hield in dat zes ton ijzer werd verspreid over 300 vierkante kilometer oceeaan ten zuiden van Argentinië. Inderdaad leidde dat in eerste instantie tot de gehoopte algenbloei. Alleen kregen de algen (fytoplankton) niet de kans om veel CO2 op te nemen, aangezien ze binnen een paar weken werden opgevreten door minuscule eenoogkreeftjes (Copepoda). Die vielen op hun beurt weer ten prooi aan iets grotere vlokreeftjes (Amphipoda).

Mogelijk komt deze verrijking van de voedselketen uiteindelijk de walvisstand ten goede, maar het broeikaseffect wordt er niet echt door afgezwakt.

Het experiment was sowieso omstreden. Tegenstanders probeerden het te verbieden omdat onduidelijk is wat de langetermijneffecten op de ecologie zijn. Als het wél zou zijn geslaagd dreigde bovendien een wildgroei aan commerciële ijzerzaaibedrijven die rijk hoopten te worden met de verkoop van CO2-emissierechten.

Niet iedereen geeft intussen de hoop op. Eerdere experimenten slaagden wél. Het lijkt deels te liggen aan de algensoort die je er mee kweekt. In het beste geval zijn het diatomeeën met een silica-mantel die voor kreeftachtigen onverteerbaar is. Maar om die mantel op te bouwen hebben ze een ruime toevoer van kiezelzuur nodig, en in het gebied waar Lohafex is uitgevoerd zou de kiezelzuurconcentratie in het water te laag zijn.

Onduidelijk is intussen welk percentage van de oceanen dan wél voldoende kiezelzuur bevat.

bron: BBC News

Onderwerpen