Nergens ter wereld wordt bètawetenschap zo sterk met mannen geassocieerd als in Nederland, en dat komt vooral doordat mannen er bepaalde wetenschapsgebieden zo sterk domineren. Dat melden Amerikaanse onderzoekers op de website van het Journal of Educational Psychology, op basis van onderzoek dat 66 landen bestrijkt.

David Miller en collega’s van Northwestern University noemen het verrassend, omdat Nederland over het algemeen juist voorop loopt wat gelijkwaardigheid van mannen en vrouwen betreft. Dat geldt trouwens ook voor de Scandinavische landen die eveneens verbazend hoog scoren op het gebied van vooroordelen over wetenschap als mannenbedrijf.

Het onderzoek is gedaan via de Project Implicit-website, die mensen laat aangeven wat ze onbewust met wat associëren. Dus bijvoorbeeld wetenschappelijke termen als ‘wiskunde’ of ‘fysica’ met geslachtsgebonden woorden als ‘jongen’. Op die manier zijn data verzameld van bijna 350.000 mensen.

Volgens Miller zijn de resultaten minder vreemd dan ze lijken wanneer je kijkt wie er in een land daadwerkelijk ‘science’ bedrijven. In Nederland blijken dat bijna viermaal zo veel mannen als vrouwen te zijn. In landen waar relatief meer vrouwen in de wetenschap zitten, leeft ook prompt het stereotype van wetenschap als mannenberoep veel minder sterk.

Het heeft, kortom, alles van een vicieuze cirkel.

Volgens co-auteur Alice Eagly is het goede nieuws dat je die cirkel in principe kunt doorbreken door te zorgen dat er ondanks alles meer meisjes kiezen voor een bètacarrière. Gesuggereerd wordt om meer succesvolle vrouwelijke onderzoekers op te voeren in de media, als rolmodel. Maar op basis van ervaringen in het verleden ziet Eagly aankomen dat het veel tijd gaat kosten.

bron: Northwestern University