Valium in het oppervlaktewater is minder persistent dan gedacht. Een combinatie van zonlicht en micro-organismen kan het redelijk goed afbreken, hebben Engelse onderzoekers proefondervindelijk vastgesteld.

Het zou betekenen dat de milieu-effecten van kalmerende middelen, die door het toilet worden gespoeld en de afvalwaterzuivering vrijwel ongehinderd passeren, iets minder ernstig zijn dan gedacht. Al blijkt het afbraaktempo sterk te verschillen van rivier tot rivier.

In het RSC-tijdschrift Environmental Science Processes & Impacts beschrijven de onderzoekers van de universiteiten van Plymouth en Liverpool hoe ze bacteriën en plankton visten uit lokale rivieren, respectievelijk de Tamar en de Mersey. In het lab incubeerden ze de vangst in water waaraan ze óf valium (diazepam, 7-chloor-1-methyl-5-fenyl-1,3-dihydro-2H-1,4-benzodiazepin-2-on) óf 2-amino-5-chloorbenzofenon (ACB) toevoegden. Die laatste stof ontstaat door afbraak van diazepam en aanverwante benzodiazepinen onder invloed van zonlicht.

Resultaat: de micro-organismen uit de Tamar kunnen diazepam een beetje afbreken, maar doen dat alleen als er geen andere voedingsstoffen aanwezig zijn (dat laatste werd uitgeprobeerd door ook wat peptiden in de oplossing te doen). Die uit het Merseywater lusten diazepam zelfs helemaal niet.

ACB daarentegen wordt wél voor een aanzienlijk deel verwijderd. Na drie weken was 22 tot 84 procent weg, ook hier weer afhankelijk van de samenstelling van het wate. Waarbij opvalt dat dat peptide de afbraak door Tamarbacteriën versnelt, maar op de Merseybacteriën juist een vertragend effect heeft.

Als het één ding duidelijk maakt, dan is het dat we nog maar heel weinig weten over wat er precies gebeurt met schadelijke organische verbindingen in het milieu. Vergelijkbare experimenten zouden veel vaker moeten worden gedaan, zo luidt de conclusie.

bron: Plymouth University