Met Raman-spectrometrie kun je zien of een plastic fles shampoo of explosieven bevat. Zonder de fles open te hoeven maken, stellen onderzoekers van de Vrije Universiteit Amsterdam in het tijdschrift Analytical Chemistry.

Tot nu toe leek zoiets tamelijk lastig. Ramanspectrometrie is vooral een oppervlaktetechniek: je beschijnt het oppervlak met een laser en kijkt naar de lichtverstrooiing. Zo kun je uitstekend bepalen waar de fles van is gemaakt. Allicht zal een klein deel van het laserlicht door de wand van de fles heen dringen en worden verstrooid door de inhoud van die fles, maar dat signaal is zo zwak dat het al snel verzuipt in de rest.

Om dat signaal toch detecteerbaar te krijgen, maken Ingeborg Iping Petterson, Freek Ariese en collega’s gebruik van het feit dat fotonen tijd nodig hebben om door een monster heen te dringen. Als je de fles belicht met een gepulste picosecondelaser, dan komt het signaal van het plastic als eerste terug. Zet je de detector daarna pas open (in de praktijk 300 à 500 picoseconden na de laserpuls), dan vang je vooral het signaal op dat van de inhoud van de fles komt.

Met deze ‘time-resolved Raman spectroscopy’ (TRRS) hebben de Amsterdammers al verschillende componenten van veelgebruikte explosieven weten te detecteren, waaronder 2,4- en 2,6-dinitrotolueen, akardiet II, difenylamine en ethylcentraliet, achter een plaat kunststof van maximaal 5 mm dik. Het lukte bovendien met verschillende plastics, waaronder Teflon, POM, polyetheen, polystyreen en pvc.

Er wordt bij aangetekend dat het met metalen verpakkingen nooit gaat lukken. Karton is ook lastig, maar Ariese denkt dat dat nog wel valt op te lossen met een laser met aangepaste golflengte.

bron: C&EN

Onderwerpen