Amerikanen blijven kans houden op ontdekking

Het Higgs-boson weegt maximaal geen 166 maar slechts 153 gigaelektronvolt. Dat betekent dat de Tevatron-deeltjesversneller van het Fermilab in Illinois nog steeds in de race is om dit elementaire deeltje te detecteren, liefst voordat de Large Hadron Collider (LHC) van het CERN in Genève klaar is.

Uiteraard moet het Higgs-boson hiervoor wel echt bestaan. De meeste fysici denken van wel, maar ze houden de mogelijkheid nadrukkelijk open dat ze er volkomen naast zitten.

Het Higgs-boson is volgens huidige fysische ‘standaardmodel’ het elementaire deeltje dat alle andere deeltjes aan een massa helpt. Er wordt al lang aan gerekend, maar het is nog nooit experimenteel waargenomen. Volgens de huidige inzichten heeft het een massa van minimaal 114 GeV.

De nu berekende maximale massa is afgeleid van die van een ander deeltje, het W-boson. De jongste metingen van het Fermilab geven aan dat eerdere inschattingen van dat W-boson redelijk kloppen, maar dat de werkelijke massa aan de bovenkant van het betrouwbaarheidsinterval zit. Dat betekent weer dat het Higgs-boson juist iets lichter moet zijn dan verwacht.

Het maximum voor het Tevatron ligt ongeveer bij 170 GeV. Hoe dichter een deeltje daarbij in de buurt komt, hoe moeilijker het is te detecteren. De LHC kan grotere massa’s aan, maar die is later dit jaar pas operationeel en het duurt dan nog wel even voordat hij helemaal goed is afgeregeld.

Het is overigens niet de eerste keer dat de massa van het Higgs-boson naar beneden wordt bijgesteld. Drie jaar geleden dacht men nog aan maximaal 250 GeV.

bron: news@nature

Onderwerpen