Hersentumoren ontstaan niet alleen uit stamcellen maar ook uit uitgerijpte hersencellen die door een genetische storing zijn gededifferentieerd. Dat verklaart waarom ze na verwijdering zo vaak terugkomen, suggereren Amerikaanse onderzoekers op de website van Science.

De publicatie laat zich lezen als een verrassend vervolg op de vorige week toegekende Nobelprijs voor geneeskunde. Shinya Yamanaka won die prijs met de ontdekking dat je volwassen cellen kunt herprogrammeren tot stamcel, door een handvol genen kunstmatig aan te zetten. Dat dit dedifferentiatieproces ook spontaan kan optreden, met desastreuze gevolgen, is nieuw - al was het achteraf misschien wel te verwachten.

Dinorah Friedmann-Morvinski en Inder Verma, van het Salk Institute in Californië, zijn er min of meer toevallig achtergekomen. Ze werken al een paar jaar aan een ‘muismodel’ voor glioblastoma multiforme: de meest voorkomende, zeer agressieve vorm van hersentumoren. Bekend is dat in zo’n tumor vaak de genen NF1 en p53 tegelijk zijn gemuteerd. De onderzoekers proberen dat na te bootsen door een lentivirus in te spuiten, verrijkt met RNA-fragmenten die deze twee genen uitschakelen.

De gebruikte muizen zijn vooraf dusdanig genetisch gemodificeerd dat de toediening alleen in heel bepaalde celtypes effect heeft. Bijvoorbeeld alleen in volledig volgroeide neuronen. En tot verbazing van alle betrokkenen bleken die óók te kunnen uitgroeien tot tumoren, wat een compleet ander specialisme is.

De onderzoekers hebben niet keihard kunnen vaststellen dat die neuronen daartoe eerst dedifferentiëren tot een ongespecialiseerde stamcel. Maar eigenlijk kan het haast niet anders.

Het zou kunnen betekenen dat élke cel in zo’n hersentumor de stoffen aanmaakt die ook omringende cellen kan laten dedifferentiëren. En dat er bij verwijdering van zo’n tumor dus maar één willekeurige cel hoeft te blijven zitten om de groei van de volgende tumor mogelijk te maken - wat je bij glioblastoom inderdaad zo’n beetje altijd ziet gebeuren.

bron: Science

Onderwerpen